NEDERLANDS
Het te bewerken materiaal dient goed bevestigd te
zijn.
Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik
ontstaan, geen gevaar veroorzaken, bijv. de
gebruiker of andere personen raken of
ontvlambare substanties ontsteken. Gevaarlijke
gebieden dienen met moeilijk ontvlambare dekens
afgedekt te worden. Houd in brandgevaarlijke
gebieden een geschikt blusmiddel bij de hand.
Zorg ervoor dat bij het werken onder stoffige
omstandigheden de ventilatieopeningen vrij zijn.
Mocht dit nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap
van het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen
voorwerpen) en voorkom beschadiging van
inwendige delen.
Wanneer de machine uitgeschakeld is, lopen de
diamant-slijpschijven na.
5
Ingebruikname
Vergelijk of de netspanning en de
netfrequentie op het typeplaatje
overeenstemmen met de waarden van
uw elektriciteitsnet, alvorens de
machine in gebruik te nemen.
6
Aansluiting op het
spanningsnet
De muurgroefzaag is uitgerust met een
elektronische aanloopstroombegrenzing. Het is
voldoende als de stopcontacten waarop de
machine aangesloten is, beveiligd zijn met een
uitschakelaar type H of een snelwerkende
smeltveiligheid.
7
Groefbreedte
Zie pagina 2.
– Trek de stekker uit het stopcontact,
– draai de inbusschroef (3) los,
– draai de inbusschroef (7) los en
– plaats de beschermkap (9) en de geleidevoet
(10) – ongeveer zoals op pagina 2 –
in een stand die een makkelijke toegang tot de
diamantslijpschijven toelaat;
– druk vervolgens de vergrendelingsknop (12) in,
– draai (met de andere hand) de voorste
diamantzaag langzaam rond tot de
vergrendelingsknop voelbaar inklikt en
– schroef (bij ingedrukte vergrendelingsknop 12)
de kraaghuls (11) los met de meegeleverde
pengatsleutel.
Opgelet! Druk de vergrendelingsknop (12)
nooit in bij een lopende (en ook niet bij een
uitlopende) machine!
32
Figuur 1 a
Figuur 1 b
Figuur 1 c
Figuur 1 d
De steunflens (15) moet steeds met zijn kraag
naar buiten (zoals in de figuren 1a – 1d) op de as
van de muurgroefzaag zijn. Let erop, dat de
steunflens niet verdraaid kan worden.
Plaatsing van de vulringen (16) en de
diamantslijpschijven (afhankelijk van de gewenste
groefbreedte) zoals in de figuren 1a – 1d.
De draairichting van de diamantslijpschijven is
door pijlen op de schijven en de pijl op de
beschermkap (9) aangegeven.
Vergrendel de as door de knop (12) in te drukken,
en draai de kraaghuls (11) vast de pengatsleutel.
Daarna
– zwenkt u de beschermkap (9) en de geleidevoet
(10) terug,
– draait u de inbusschroef (3) er weer in en
– draait u de inbusschroef (7) weer vast.
15
}
16
11