GEBRUIK MET MAGNETRON
NL
De microgolven worden omgezet in warmte in voedsel. De combimagnetron kan op zichzelf worden gebruikt of in
combinatie met andere soorten verwarming. Dit gedeelte bevat informatie over het servies en instructies voor het
instellen van de magnetron combimagnetron.
WAARSCHUWINGEN VOOR
SERVIESGOED
Geschikt servies
Ongeschikt servies
Servies testen
U kunt hittebestendig vaatwerk uit glas, keramiek, porselein, keramische
of vuurvaste kunststof gebruiken. Deze materialen zijn doorlaatbaar voor
microgolven.
Het is ook mogelijk om normale borden te gebruiken. Op deze wijze is
het niet nodig om het voedsel te verplaatsen na het verwarmen in de
magnetron. Serviesgoed met goud of zilver decoraties kunnen worden
gebruikt indien de fabrikant garandeert dat ze kunnen worden gebruikt
in magnetrons. Bedenk dat, bij gebruik van de combimagnetron in
magnetronstand, het gerecht geplaatst moet worden op het draaiplateau.
Bij gebruik van de combimagnetron in combinatie mode, is het aan
te bevelen het gerecht te plaatsen op de lage ronde grill, zodanig
ondersteund dat het gerecht is gecentreerd op het draaiplateau.
Metaal serviesgoed mag niet worden gebruikt in de magnetron.
Metaal is niet doorlaatbaar voor microgolven. Eten in metalen pannen blijft
koud.
Let op! Metalen componenten, zoals lepels in glazen, moeten ten minste 2
cm van de wanden van de combimagnetron en de binnenzijde van de deur
blijven. Eventuele vonken kunnen ernstige schade aan de binnenkant van
de glazen deur veroorzaken.
Let op! De vlakke grill moet worden verwijderd bij het gebruik van de
magnetron en gecombineerde functies. Gebruik het alleen bij de traditionele
combimagnetron functies.
Zet nooit de magnetron aan zonder dat er eten in de kuip staat.
De enige uitzondering hierop is om pan of servies te testen.
Als u niet zeker weet of uw servies kan worden gebruikt in de magnetron,
adviseren wij u de volgende test: Plaats de lege pan in het apparaat voor
½ - 1 minuut bij het maximale vermogen. Controleer daarna de temperatuur
van de pan. De pan of het servies moet koud zijn of licht warm. Als het
warm is of er vonken afkomen tijdens verwarmen, is de pan of het servies
niet geschikt.
22