Voor grasmaaier:
Denk er altijd aan dat de TIP van de draad het snijwerk doet. U zult betere resultaten verkrijgen door de
draad niet zijdelings in de snijzone te drukken. Laat het toestel op zijn eigen tempo maaien.
1.Houd het toestel zo dat de kop niet op de grond komt en ongeveer 20 graden
gekanteld is naar de zwaairichting.
2.U kunt vermijden dat afval wordt opgesmeten door van links naar rechts te
zwaaien
3.Werk langzaam en gericht om dik gras te maaien. De snelheid van het maaien
zal afhangen van het te maaien materiaal. Voor dik gras moet langzamer worden
gewerkt dan voor dun gras.
4.Zwaai nooit te hard met het toestel, zodat u uw evenwicht of de controle over
het toestel niet verliest.
5.Probeer de snijbeweging met de heup te controleren in plaats van de hele werklast op uw armen en
benen te brengen.
6. Neem voorzorgen om te vermijden dat draad, gras en dood, droog, lang onkruid zich rond de kopas
wikkelen. Die materialen kunnen de kop doen vastlopen en de koppeling doen slippen, wat resulteert in
schade aan het koppelingssysteem indien dit veelvuldig gebeurt.
DE DRAADLENGTE AANPASSEN
• Uw bosmaaier is uitgerust met een semi-automatische nylon draadkop waarmee de bediener de draad
kan uittrekken zonder dat hij de motor moet doen stoppen. Wordt de draad kort, klop dan zacht met de
kop op de grond terwijl de motor op volle kracht werkt.
7.5.2 Bedieningshandleiding snoeizaag
Vermijd een terugslag. Een terugslag kan ernstige letsels
veroorzaken. Gebruik de snoeizaag niet als u op een ladder staat of
zich in een onstabiele positie bevindt. U kunt de controle over de
zaag verliezen en ernstige letsels oplopen. Als door omstandigheden
zware/grotere machines nodig zijn, vraag dan hulp aan vakmensen.
Besef in welke situatie u werkt. Een motor produceert uitlaatgassen
zodra de motor draait . De gassen zijn onzichtbaar en reukloos. Werk
daarom nooit met het toestel in een gesloten en slecht geventileerde
ruimte. Zorg voor voldoende verlichting. Zorg voor een veilige plaats om
op te staan als u werkt op natte, besneeuwde, ijzige hellingen en op een
oneffen ondergrond.
Gebruik het toestel pas nadat u de bedieningshandleiding zorgvuldig
heeft gelezen. Neem alle veiligheidsvoorschriften uit de handleiding in
acht. Gedraag u verantwoord tegenover anderen.
Opgelet: 1.Pas op voor vallende takken.
2.U moet het verlengstuk monteren.
Door met een snoeizaag in de buurt van of in contact te komen met
elektrische leidingen kunt u ernstige letsels oplopen of sterven door
elektrocutie. Elektriciteit kan van een punt naar een ander springen door
boogvorming of kan door natte takken worden geleid. Houdt een veilige
afstand van minstens 15 meter tussen de snoeizaag en de elektrische
leiding.
Werk nooit met de snoeischaar in een hoek van meer dan 60° om
het risico te beperken dat u tijdens het werk wordt geraakt door
vallende voorwerpen.
Olietoevoer controleren
Nadat u de motor heeft gestart, laat de ketting op middelhoge snelheid draaien en kijk of er kettingolie is
afgespat, zoals getoond in de afbeelding.
Zorg dat er geen brandstof of olie in de bodem dringen.
7.5.3 Bedieningshandleiding heggenschaar
•Houd de schaar nooit zo dat de messen in iemands richting wijzen.
•Laat de messen nooit in de buurt komen van uw lichaam terwijl de motor van de heggenschaar werkt.
•Zet de motor altijd uit voordat u de hoek van de messen verandert, takken verwijdert die vast zijn komen te zitten
in de messen, of in elk ander geval wanneer u dicht bij de messen komt.
•Draag altijd werkhandschoenen uit leder of een ander stevig materiaal als u de heggenschaar gebruikt.
•Plaats de bij de heggenschaar meegeleverde mesafdekking altijd over de messen wanneer het
toestel niet wordt gebruikt.
•Vallende takken kunnen in uw gezicht of in uw ogen vallen, wat zal leiden tot letsels en
snijwonden. Daarom moet u altijd een helm en een gelaatsscherm dragen wanneer u de
heggenschaar gebruikt.
Opgelet: U moet het verlengstuk monteren.
De hoek van de snijmessen aanpassen
1.STOP de motor;
2.Draai de bout die zich op de top van het trimmechanisme bevindt in tegenwijzerzin om ze los te maken.
3.Stel de de messen op de gewenste hoek af en breng de bout dan opnieuw stevig op haar plaats.
41
Het oliereservoir heeft voldoende inhoud voor ongeveer 40 minuten
snoeien (wanneer ingesteld op de minimum toevoersnelheid of ongeveer
zolang als met een brandstoftank). Vul de olietank bij telkens wanneer u de
zaag bijtankt.
Smeren van snoeizaag
Verwijder het deksel van de olietank(1).
Vul de olietank met motorolie SAE#30.
Het gebruik van natuurlijk afbreekbaar
vet
of
zonnebloemolie
geleidingsrail en ketting is aanbevolen.
Opmerking:SAE#30 is voor gebruik een
temperatuur onder -1℃ en SAE#30 voor
een temperatuur onder 24℃
Breng het deksel van de olietank (1)
opnieuw aan en zet het goed vast. Zo
voorkomt u dat er olie uit de tank lekt.
Veeg overtollige olie af. Ledig de olietank na
elk gebruik(2) zodat de olie er niet afdruipt.
Tighten
Loosen
(1) Clamp lever
(2) Trimming mechanism
op
de
Vastdraaien
Losdraaien
Klembeugel
Trimmechanisme
42