Richtsnoeren En Aanbevelingen; Algemene Aanbevelingen - arjo Flowtron Excel Manuel D'utilisation

Richtsnoeren en aanbevelingen

Algemene
aanbevelingen
DVT-profylaxe
5. Het Flowtron Excel-systeem moet VOORZICHTIG
WORDEN GEBRUIKT bij cliënten met:
• Ongevoelige extremiteiten.
• Diabetes.
• Verminderde circulatie.
• Gevoelige of beschadigde huid.
OPMERKING
De bovenstaande waarschuwingen zijn slechts richtlijnen
en kunnen nooit het oordeel en de ervaring van een arts
vervangen.
• Gedurende gebruik van het systeem, moeten
de ledematen van de cliënt tijdens elke dienst, en
meermaals indien bekend is dat de cliënt bloedsomloop
of huidproblemen heeft, of diabetes heeft.
• Een arts of deskundige moet beoordelen
of aanvullende maatregelen nodig zijn vanwege
de conditie van de huid van de cliënt, of dat
de behandeling moet worden gestaakt en op een
andere behandelwijze moet worden overgegaan.
• Arjo raadt het gebruik van elastische kousen af bij
het gebruik van het systeem. Indien deze
voorgeschreven zijn door de arts, moet de clinicus
zich ervan vergewissen dat de elastische kousen
deugdelijk aangemeten en aangepast zijn en op de
goede manier gedragen worden door de cliënt.
Elastische kousen moeten bij gebruik routinematig
gecontroleerd worden op deugdelijk pasvorm en
gebruik, naast controle van de toestand van de huid.
• Waar van toepassing, moeten cliënten worden
geïnstrueerd in het juiste gebruik van het systeem
en het doel van de therapie. Zij moeten eventuele
problemen doorgeven aan het verplegend personeel.
• Het Flowtron Excel-systeem moet pre-operatief bij de
cliënt worden toegepast, voorafgaand aan de narcose.
• Het manchetsysteem moet na de operatie gedurende
ten minste 72 uur ononderbroken worden gebruikt of
totdat de cliënt weer volledig ambulant is.
• Als de manchet tijdens de operatie niet om het te
opereren lichaamsdeel kan worden aangebracht,
kan deze worden aangebracht zodra de cliënt naar
de verkoeverkamer is overgebracht.
Bij de cliënt die niet-operatief wordt behandeld, moet het
systeem onmiddellijk worden toegepast wanneer is
vastgesteld dat de kans op DVT aanwezig is.
4