nl
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed te
■
ventileren ruimte plaatsen! Het appa-
raat niet direct in de zon of in de buurt
van een warmtebron plaatsen zoals
een verwarmingsradiator of een for-
nuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
De be- en ontluchtingsopeningen van
■
het apparaat nooit afdekken.
Warme gerechten en dranken eerst
■
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte leg-
■
gen om ze te ontdooien en de kou van
de diepvrieswaren gebruiken om
andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort
■
mogelijk openen.
Let erop dat de deur van het diep-
■
vriesruimte goed gesloten is.
Om een verhoogd stroomverbruik te
■
vermijden, moet de achterkant van het
apparaat af en toe worden gereinigd.
Indien aanwezig:
■
Wandafstandhouder monteren om
de geplande energieopname van het
apparaat te bereiken (zie montage-
handleiding). Een kleinere afstand tot
de muur heeft geen nadelige invloed
op de werking van het apparaat. Het
energieverbruik kan dan iets hoger
worden. De afstand van 75 mm mag
niet worden overschreden.
De ordening van de uitrustingsdelen
■
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
88
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een water-
pas stellen. Gebruik hiervoor de schroef-
voetjes of leg iets onder het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat
ernaast wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.