Anleitung MKS 42-45 SPK 1
den goed vast, waarbij u met de rechterhand de
achterste greep en met de linkerhand de voorste
greep vastgrijpt. Duim en vingers moeten de grepen
van de kettingzaag vast omsluiten. Een vaste greep
helpt u terugstoten op te vangen en de controle over
de zaag te behouden. Laat ze niet los.
3.
Zorg ervoor dat het gebied waarin u zaagt vrij is van
hindernissen. De top van de geleiderail mag bij het
snijden met de zaag geen boomstam, tak of iets
dergelijks raken.
4.
Snijd met hoog motortoerental.
5.
Buig niet te ver naar voren of zaag niet boven
schouderhoogte.
6.
Scherp en onderhoud de kettingzaag conform de
instructies van de fabrikant.
7.
Gebruik alleen reserverails en -kettingen die door de
fabrikant goedgekeurd zijn.
AANWIJZING: Een kettingzaag met een geringe
terugstoot komt overeen met het terugstootvermogen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUC-
TIES
SYMBOLEN EN KLEUREN (fig. 1)
Op de luchtfilterafdekking van de kettingzaag is er een
veiligheidsbord aangebracht. Lees het opschrift op dit
plaatje en de veiligheidsinstructies op deze bladzijden
nauwkeurig voordat u de zaag in werking stelt.
GROEN AANBEVOLEN
LET OP: ROOD waarschuwt voor een
gevaarlijke werkwijze die men achterwege
dient te laten.
Aanbevolen werkwijze om te zagen.
LET OP:
Pas op voor terugstoten!
De zaag niet met één hand
1
3
vasthouden.
Contact met de top van de rail
4
vermijden.
2
AANBEVOLEN
De zaag naar behoren met
Fig. 1
twee handen vasthouden.
GEVAAR! PAS OP VOOR TERUGSTOTEN!
LET OP: Terugstoten kunnen leiden tot een
gevaarlijk verlies van de controle over de
kettingzaag en bijgevolg tot zware
lichamelijke letsels bij de bedieningspersoon
of een persoon die in de buurt staat. Wees
altijd waakzaam. Terugstoten op grond van
de draaiende ketting of van een vastgek-
lemde zaag zijn de voornaamste gevaren
van een kettingzaag en het hoofdoorzaak
van de meeste ongelukken.
TERUGSTOOT kan zich voordoen als de NEUS of de
TOP van de geleiderail een voorwerp raakt of als het
hout de kettingzaag in de snede vastklemt.
Als de top van de rail contact krijgt, zou de geleiderail
bliksemsnel omhoog of terug naar de bedieningspersoon
07.11.2005
8:51 Uhr
Seite 39
kunnen worden gestoten.
KLEMT de kettingzaag langs de ONDERKANT van de
geleiderail, kan de zaag naar voren, weg van de bedien-
ingspersoon, worden GETROKKEN. KLEMT de ket-
tingzaag langs de BOVENKANT van de geleiderail, kan
ze snel naar de bedieningspersoon terug worden
GESTOTEN.
In de beide gevallen kunt u de controle over de zaag ver-
liezen en zwaar letsel oplopen.
A
B
A
A
A
Fig. 2A
Fig. 2B
HOU REKENING MET:
STOOT-
DRAAITERUGSTOOT
(KLEMTERUGSTOOT)
(fig. 2A)
EN TREKREACTIES
A = Richting van de
(fig. 2B)
terugstoot
A = trekken
B = Reactiezone van de
B = vaste voorwerpen
terugstoot
C = stoten
TECHNISCHE GEGEVENS
Cilinderinhoud van de motor
Maximaal aandrijfvermogen
Lengte van het zwaard
snijlengte
Afstand van de ketting
Dikte van de ketting
Stationair toerental
3.500 t/min. ± 10%
Maximaal toerental
Tankinhoud
Olietankinhoud
Antivibreerfunctie
Vertanding
Kettingrem
Koppeling
Automatisch oliën van de ketting
Ketting met geringe terugstoot
Nettogewicht zonder ketting en geleiderail
Nettogewicht
Benzineverbruik
Geluidsdrukniveau
Werkdrukniveau
Remtijd vanuit het werktoerental
Vibratie
Geleiderail
180SDEA095 (18-922N1-CH)
Zaagketting
91PJ060 (N150C-K-60E)
Bougie
NL
B
C
42 cm
3
1.7 kW
18" (45cm)
39 cm
9,53 mm (3/8")
1,27 mm (0,05")
12700 t/min
400 ml
220 ml
ja
6 tanden
ja
ja
ja
ja
5,6 kg
6,5 kg
800 g/kWh
91 dB(A)
112 dB(A)
0,12 s
12 m/s
2
NGK CMR7H
39