Controleer bij het beladen en voor elke programma-
start:
– Zijn de spoelsystemen, zoals spoelhulzen en inspuiters er vast inge-
schroefd?
Om te kunnen waarborgen dat alle spoelsystemen over vol-
doende (gestandaardiseerde) spoeldruk beschikken, moet u op alle
schroefaansluitingen inspuiters, adapters, spoelhulzen of blind-
schroeven plaatsen.
Gebruik geen beschadigde spoelsystemen zoals inspuiters, adap-
ters en spoelhulzen.
Spoelsystemen die u niet voor spoelgoed gebruikt, hoeft u niet
door blindschroeven te vervangen.
– Zijn de geplaatste modules correct op de watertoevoer van de rek-
ken aangesloten?
– Zorg ervoor dat de meetcilinders elkaar niet raken en niet tegen de
wand van de spoelruimte komen.
Behandeling
Schuif het onderrek met de gevulde module langzaam en voorzich-
tig in de reinigingsautomaat.
Let erop dat de stelvoeten van de meetcilinders daarbij niet in de
deuropening of deurdichting blijven haken of tegen de wand van de
spoelruimte botsen.
Sluit de deur van de spoelruimte voorzichtig.
Uitstekende meetcilinders in het gedeelte van de deur kunnen bij
het sluiten van de deur of bij de reiniging worden beschadigd.
nl - Gebruik
101