nl - Gebruik
86
Controleer bij het beladen en voor elke programma-
start:
– Is de geplaatste module correct op de watertoevoer van de wagen
aangesloten?
– Is de ingeschoven wagen goed op de watertoevoer van de reini-
gingsautomaat aangesloten?
Houdt u zich aan de beladingsvoorschriften die in het kader van de
validatie zijn vastgelegd.
Om te kunnen waarborgen dat alle spoelsystemen over vol-
doende (gestandaardiseerde) spoeldruk beschikken, moet u op alle
schroefaansluitingen inspuiters, adapters, spoelhulzen of blind-
schroeven plaatsen.
Gebruik geen beschadigde spoelsystemen zoals inspuiters, adap-
ters en spoelhulzen.
Spoelsystemen die u niet voor spoelgoed gebruikt, hoeft u niet
door blindschroeven te vervangen.
Sproeibuis reinigen
De sproeibuis kan door verontreinigingen verstopt raken. Controleer
de buis daarom dagelijks en reinig deze indien dat nodig is.
Verwijder de sproeibuis uit de wagen. De greep hiervoor naar bin-
nen drukken en naar boven trekken .
Verwijder afzettingen en verontreinigingen met stromend water uit
de sproeibuis. Gebruik zo nodig een borstel.
Plaats de sproeibuis weer terug.
Zonder sproeibuis mag de wagen niet worden gebruikt!