3. Duw de vergrendeling opzij en laat de zaag op
het werkstuk zakken.
3
Tijdens het zagen, een dusdanige zaagdruk
uitoefenen, dat het motortoerental niet al te
veel zakt.
4. Het werkstuk in een beweging doorzagen.
5. De hoofdschakelaar loslaten en de zaag naar
de bovenste stand terugzetten.
Versteksneden
3
Bij het zagen in verstek wordt het werkstuk
onder een hoek van 0° tot 45° t.o.v. de ach-
terste aanslag gezaagd.
Uitgangspositie:
− Afkortzaag helemaal in de bovenste stand
(indien nodig de blokkeerstift verwijderen);
− Het zaagblad moet loodrecht op het tafelblad
ingesteld zijn.
1. De blokkeerschroef van de draaitafel losmaken.
(grijze pijl).
KS 210 / KS 210 HM Plus
2. De draaitafel op de gewenste verstekhoek
instellen.
De verstekhoek wordt afgelezen op het hoek-
schaallint van de draaitafel.
3. De blokkeerschroef van de draaitafel weer vast-
zetten.
Het eigenlijke zagen gebeurt op dezelfde wijze als
beschreven in de paragraaf ‚Rechte zaagsneden'.
Schuine zaagsneden
3
Bij een schuine zaagsnede wordt het werk-
stuk onder een hoek van 0° tot 45° t.o.v. een
verticaal vlak gezaagd.
Uitgangspositie:
− Afkortzaag helemaal in de bovenste stand
(indien nodig de blokkeerstift verwijderen);
− De draaitafel in de stand "0" zetten.
1. De inclinatievergrendeling aan de achterkant
van de zaag losmaken.
2. De zaag onder de gewenste inclinatiehoek t.o.v.
het werkstuk instellen.
3. 3. Vergrendeling opnieuw vastzetten.
Het eigenlijke zagen gebeurt op dezelfde wijze als
beschreven in de paragraaf ‚Rechte zaagsneden'.
Dubbelverstekzaagsneden
3
Een zaagsnede onder „dubbelverstek", is het
resultaat van een zaagsnede die gelijktijdig
„schuin en onder verstek" gezaagd wordt.
M.a.w. het werkstuk wordt schuin t.o.v. de
achterste aanslag en schuin t.o.v. een verti-
caal vlak gezaagd.
Uitgangspositie:
4.51