Pentair JUNG PUMPEN US Série Instructions De Service page 17

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
gebruikt met door JUNG PUMPEN vrij-
gegeven regelaars met geïntegreerde
motorbeveiliging. Deze pompen moeten
worden aangesloten door een elektro-
monteur
De overstroombeveiliging (alleen bij D
en DS) moet worden ingesteld op de
nominale stroom van de pomp (zie type-
plaatje) + 10%. Moet voor het terugzet-
ten of instellen van de overstroombevei-
liging de motorbeveiligingsstekker of de
regelaar worden geopend, dan kan dit
alleen worden gedaan door een erkend
elektromonteur!
Voor het openen moet het ap-
paraat of de installatie span-
ningsloos worden gemaakt!
Bij het blokkeren van de pomp kan de
overstroombeveiliging worden geacti-
veerd. Na het opheffen van de storings-
oorzaak moet voor het opnieuw inscha-
kelen van de pomp de "reset-knop" van
de motorbeveiligingsstekker worden
ingedrukt. Voor pompen die worden be-
diend met een aparte regelaar, bevindt
de overstroombeveiliging zich in de re-
gelaar.
Draairichting
Voorafgaande aan de montage moet de
draairichting worden gecontroleerd! Bij
de juiste draairichting loopt de aanloop-
ruk tegengesteld aan de richting van
pijlen op het motorhuis. Lawaai of een
te laag pompvermogen van de reeds in-
gebouwde pomp wijzen ook op een ver-
keerde draairichting. Bij een verkeerde
draairichting moeten 2 fasen van de
voedingskabel worden verwisseld.
De aanloopruk kan met grote
kracht plaatsvinden.
INBOUW
Die pomp moet conform de voorbeelden
worden ingebouwd. Bij installaties con-
form EN 12056-4 moet de drukleiding
als lus over het plaatselijke geldende
opstuwniveau worden geleid en bevei-
ligd met een terugstroombeveiliging.
Bij een langere drukleiding moet ter
voorkoming van pijpwrijvingsverliezen,
een dienovereenkomstig grotere buisdi-
ameter worden geselecteerd.
In tegenstelling tot de pompen met een
automatische schakeling zijn bij pom-
pen zonder automatisch schakeling
door toepassing van een aparte niveau-
regelaar de in- en uitschakelhoogtes
variabel.
Een permanente ontluchting van de
ringbehuizing kan nodig zijn als de
pomp vaak droog valt (de uitstroomtuit
komt bloot te liggen). Dit gebeurt bij-
voorbeeld als het resterende water in
de verzamelput verdampt of de pomp is
tijdens de testloop begint te slurpen.
Voor de veilige ontluchting van het
pomphuis van de pompen US 151,
US 251 en US 253 wordt boven de uit-
stroomtuit een gat van 6 mm in de dru-
kleiding geboord. Bij alle andere pom-
pen moet de M8-zeskantschroef onder
de olieschroef (messing) eruit worden
gedraaid.
ATTENTIE! Bij een defecte pomp kan
een deel van de oliekamervulling in het
af te voeren materiaal terecht komen.
Schachtafmetingen
Enkelvoudige installatie met voet:
40 x 50 cm
Enkelvoudige installatie met glijdende
buis: 40 x 70 cm
Dubbele installatie: 70 x 70 cm
Inbouwvoorbeeldmet
buis voor stationaire pompstations
Montage: De koppelingsvoet stevig met
pluggen op de bodem van de verzamel-
put vastzetten en vervolgens de schui-
vende buis monteren. Vervolgens de
drukleiding met de nodige hulpstukken
zoals terugslagklep en afsluiter monte-
ren.
Tenslotte de pomp met de opgeschroef-
de koppelingsklauw op de glijdende buis
zetten en laten zakken met een ketting
die aan de kettingsluiting is bevestigd.
NEDERLANDS
US 62 en 73
US 102, US103 295
US 75
US 105
US 155
US 152, US 153 320
US 151, US 251 >270 >120 >370
US 253
Inbouwvoorbeeld met voet
verschuifbare
ATTENTIE! De vlotters van de niveau-
en alarmschakeling worden vrij be-
weegbaar ingebouwd, maar dit mag
niet onder de inlaat. Neem de minimale
afstanden in acht. De regelaar alleen in
een droge en goed geventileerde ruimte
installeren!
Mobiel gebruik
Mobiel gebruik mag om veiligheidsre-
denen alleen met een zeefvoet plaats-
vinden. In het geval van pompen zonder
de standaard zeefvoet moet een aparte
zeefvoet worden besteld en in plaats
van de drie voeten onder de pomp ge-
monteerd.
Wordt een slang als drukleiding ge-
bruikt, zorg er dan voor dat deze bij elk
pompproces vóór de onderdompeling
van de pomp volledig leeg is. Eventuele
achterblijvende vloeistofresten zouden
de ontluchting van het pomphuis en dus
de afvoer verhinderen. Om dezelfde re-
den voert een reeds vóór het onderdom-
pelen ingeschakelde pomp niets af.
Spoelvoorziening
(niet bij US 151 en US 251).
De pomp kan de bodem van de schacht
in het zuiggedeelte grotendeels vrijhou-
AAN
UIT
ALARM
265
150
>385
180
>415
260
145
>380
290
175
>410
315
200
>435
205
>440
>270 >120 >370
17

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières