GEBRUIKSAANWIJZING
MOD. 4A
DE ACCULADER GEBRUIKEN
1. Zodra de kabels van de uitgangsgeleiders op de accu zijn aangesloten, doet u de stroomkabel van het apparaat in het
stopcontact. Controleer of de spanning overeenkomt met de nominale spanning van de acculader;
2. Stel met behulp van de knop op het bedieningspaneel de laadparameters in, die geschikt zijn voor het type accu dat moet
worden opgeladen met de acculader op de "stand-by" stand en brandend led ON. Nu begint het oplaadproces automatisch.
Instelbare oplaadparameters:
Lading voor accu's van 12V van 4Ah tot 30Ah
Druppellading voor accu's van 12V van 4Ah tot 70Ah
Geschikt om GEL - of natte accu's op te laden
Lading voor accu's van 12V van 30Ah tot 80Ah
Druppellading voor accu's van 12V van 30Ah tot 120Ah
Geschikt om NATTE accu's op te laden
Lading voor accu's van 12V van 30Ah tot 80Ah
Druppellading voor accu's van 12V van 30Ah tot 120Ah
Geschikt om AGM-START&STOP en AGM-SPIRAL of NATTE accu's op te laden bij temperaturen onder de 5C°
6V
Automatische oplaadkeuze voor accu's van 6V
Lading voor accu's van 6V van 4Ah tot 30Ah
Druppellading voor accu's van 6V van 4Ah tot 70Ah
Oplaadmeldingen:
De accu wordt opgeladen.
De accu is 100% geladen. Vanaf nu gaat de acculader over op de druppellading, houdt hij de efficiëntiestatus van de
accu voortdurend onder controle en zorgt hij ervoor dat hij altijd optimaal geladen blijft. Op het display verschijnt het
opschrift FULL afgewisseld met de druppelspanning van de accu.
ONDERBREKING VAN DE LAADCYCLUS BIJ STROOMUITVAL
Wanneer het 230V elektriciteitsnet uitvalt, slaat de acculader de lopende werkcyclus op om hem automatisch te kunnen her-
vatten bij de terugkeer van de stroom van 230 Volt. Deze functie is van fundamenteel belang wanneer de acculader laadcycli
verricht bij afwezigheid van de operator; bijvoorbeeld tijdens heel lange werkcycli (druppelladingen) of nachtelijke cycli (ladin-
gen voor voertuigen die dagelijks opgeladen moeten worden). (De duur van de geheugenfunctie van de ingestelde parameters
is 12 uur. Na die 12 uur hervat de acculader de lading met de standaardparameters).
EINDE LADING
1. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
2. Koppel de uitgangsleider met zwarte klem van de massa van het voertuig of van de negatieve klem (-) van de accu.
3. Koppel de uitgangskabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu.
ANALYSE VAN DE ACCU EN FOUTMELDINGEN
In geval van storing kan de acculader de volgende meldingen doorgeven:
DISPLAYMELDING
OORZAAK
De klemmen van de uitgangsgeleiders zijn
niet goed op de accu aangesloten.
Polariteitinversie.
Accu met te hoge spanning. (U probeert een
accu van 24 Volt op te laden).
OPLOSSING
Breng de klemmen goed aan en hervat het
opladen van de accu; (zie de paragraaf "De
acculader gebruiken").
Controleer de spanning van de accu.
NL
43