5.2 Storingen
In het menu van de warmteterugwinunit zijn de volgende parameters gedefinieerd om de werking van de ComfoCool Q600
te kunnen beoordelen:
> MENU > STATUS > COMFOCOOL > TEMP. CONDENSATOR: Actuele temperatuur van de condensor. Criterium: 0˚C tot
58˚C.
> MENU > STATUS > COMFOCOOL > STATUS: Actuele temperatuur van de ingeblazen lucht en ComfoCool Q600 mode.
Criterium 8˚C tot 30˚C.
Verder kunt u onderstaande tabel raadplegen:
Klacht/storing
Aanwijzingen
Geen koeling, wel
Geen
ventilatie
Geen koeling, wel
Geen spanning
ventilatie
Compressor uit;
Melding op
warmteterugwinunit:
"CCOOL_COMPRESSOR
ERROR"
Compressor aan;
Melding op
warmteterugwinunit:
"CCOOL_COMPRESSOR
ERROR"
Compressor aan
Compressor uit;
Melding op
warmteterugwinunit:
"GEVAAR! CCOOL
OVERVERHIT!"
Melding op
warmteterugwinunit:
"CCOOL_TEMP ERROR"
Melding op
warmteterugwinunit:
"TEMP_SENSOR_SUP
ERROR"
Geen koeling
Melding op
warmteterugwinunit:
"CCOOL_CONNECT
ERROR"
Melding op
warmteterugwinunit:
"FAN_SUP ERROR"
Melding op
warmteterugwinunit:
"FAN_EHA ERROR"
Onregelmatige
geen
ventilatie
NL - 8
Controle / actie
Controleer de instellingen van het systeem.
■ Is de ComfoCool Q600 aangemeld bij de warmteterugwinunit? Controleer dit in het menu van de
warmteterugwinunit. Als de aanmelding met succes is voltooid, wordt het menu COMFOCOOL
zichtbaar in het menu STATUS. Controleer de ComfoNet kabel. Vervang de besturingsprint van de
ComfoCool Q600. Vervang de besturingsprint van de warmteterugwinunit.
■ Mag de ComfoCool Q600 inschakelen? In het TAAKMENU vindt u een optie COMFOCOOL die kan
worden ingesteld op OFF of AUTO. Zorg ervoor dat dit menu is ingesteld op "AUTO".
■ Zijn toe- en afvoerventilator ingeschakeld?
■ Is de ventilatie ingesteld op Afwezig? In dat geval zal de ComfoCool Q600 niet inschakelen.
■ Is het herfst of winter? De ComfoCool Q600 schakelt uitsluitend in, als de warmteterugwinunit in de
zomermode staat.
■ Is de temperatuurprofiel voldoende laag ingesteld?
■ Is de buitentemperatuur niet onder 12˚C?
■ Geeft het display een status- of storingsmelding?
■ Staat de bypass van de warmteterugwinunit open?
■ Is de compressor zojuist ingeschakeld geweest? Het toestel wacht veiligheidshalve 5 minuten
alvorens de compressor opnieuw wordt ingeschakeld.
■ Het toestel is voorzien van een regeling op basis van de retourtemperatuur van de
warmteterugwinunit.
Controleer de aansluiting van het netsnoer op de ComfoCool Q600. Controleer de zekering op de
besturingsprint van de ComfoCool Q600. Vervang de besturingsprint.
Controleer de werking van de compressorschakeling op de besturingsprint. Controleer de
overdrukschakelaar. Vervang de koeltechnische skid.
Controleer of er voldoende koudemiddel in het systeem aanwezig is. Controleer het koelcircuit op
lekkage. Vervang de koeltechnische skid.
Controleer of de toe- en afvoerkanalen geïsoleerd zijn. Controleer of de unit condens produceert.
Controleer of de condensor warm wordt en de verdamper koud. Vervang de koeltechnische skid.
De condensor is oververhit. Er is onvoldoende lucht beschikbaar om de condensor te koelen. Controleer
de instellingen van de warmteterugwinunit. Het toestel wacht, totdat de condensortemperatuur
voldoende is gedaald. Controleer of het systeem na een periode van enkele minuten opnieuw
inschakelt.
Controleer de aansluiting van de sensor voor condensortemperatuur. Meet de weerstand van de sensor
(circa 10 kOhm bij 25˚C). Vervang de sensor.
Controleer de aansluiting van de sensor voor inblaastemperatuur. Meet de weerstand van de sensor
(circa 10 kOhm bij 25˚C). Vervang de sensor.
De sensor voor de inblaaslucht van de warmteterugwinunit geeft geen signaal. Zie de handleiding van
de warmteterugwinunit voor oplossing van dit probleem.
De ComfoCool Q600 geeft geen signaal aan de warmteterugwinunit. Controleer de aansluitingen van de
datakabel tussen de ComfoCool Q600 en de warmteterugwinunit.
De toevoerventilator is uitgeschakeld of geeft geen signaal. Zie de handleiding van de
warmteterugwinunit voor oplossing van dit probleem.
De afvoerventilator is uitgeschakeld of geeft geen signaal. Zie de handleiding van de
warmteterugwinunit voor oplossing van dit probleem.
Controleer of de ventilatiestand voldoende hoog is gekozen. Controleer of het debiet juist is ingesteld.
Voor een goede werking is minimaal 200m3/h noodzakelijk. Wanneer een lager debiet is ingesteld, zal
de unit kortstondig het debiet verhogen, om de condensortemperatuur op een veilig niveau te houden.