easy2wire ADB
| NEDERLANDS
3. Boor de montagegaten met een passende boor van 6 mm en steek
in elk gat één van de erbij geleverde pluggen.
4. Steek de kabels door de daarvoor aanwezige doorvoeropening in het
behuizingsdeel.
5. Schroef het onderste deel van de behuizing aan de muur vast.
6. Sluit de kabels in overeenstemming met het aansluitschema aan en
zet het frontdeel op het onderste deel van de behuizing. Let erop
dat het frontdeel goed op zijn plaats valt.
INSTELLINGEN op het BINNEN- en BUITENSTATION
CODERING (binnenstation)
Op het binnenstation bevinden zich dip-switches (B.14) om de installatie
van een code te voorzien. Ieder binnenstation moet op de juiste code
worden ingesteld. Heeft een partij meerdere binnenstations dan moet
de codering bij alle, bij die partij behorende binnenstations, hetzelfde
worden ingesteld.
Versie voor een eengezinswoning
dip-switch 1 op „ON" alle andere op „OFF"
Versie voor een dubbele woning
NL
NL
Binnenstation(s) voor woning 1
dip-switch 1 op „ON" alle andere op „OFF"
Binnenstation(s) voor woning 2
dip-switch 2 op „ON" alle andere op „OFF"
AANWIJZING: Wanneer twee of meer binnenstations worden
aangesloten, moet dip-switch 6 bij het laatste binnenstation op „ON"
worden gezet.
SPRAAKVOLUME (buitenstation)
Met de potentiometer (A.10) wordt het volume voor de spraak op het
buitenstation ingesteld. Voor het volle volume draait u de potentiometer
in klokrichting voorzichtig tot aan de aanslag en dan iets terug. Door
tegen klokrichting te draaien verlaagt u het volume.
SPRAAKVOLUME (binnenstation)
Op het binnenstation kunt u het geluidsvolume van de spraak met de
beide knoppen aan de zijkant B.7 en B.8 in meerdere stappen instellen.
BELVOLUME (binnenstation)
Met de potentiometer (B.9) wordt het volume van de bel op het
binnenstation ingesteld. Voor het volle volume draait u de potentiometer
in klokrichting voorzichtig tot aan de aanslag en dan iets terug. Door
tegen klokrichting te draaien verlaagt u het volume.
BELGELUID WIJZIGEN (binnenstation)
Met behulp van knop B.6 kan het belgeluid worden gewijzigd. Druk
op de knop Spreken (B.4) om het binnenstation te activeren. Daarna
drukt u op de knop Melodie (B.6). Er wordt een melodie afgespeeld.
Druk net zo vaak op de knop Melodie tot het gewenste belgeluid wordt
afgespeeld. Druk om te bevestigen op de knop Spreken. Het ingestelde
belgeluid is nu opgeslagen.
Wanneer de voeding van de installatie wordt uitgeschakeld, komt de
melodie weer op de fabrieksinstelling te staan.
BELMELODIE DEACTIVEREN (bijv. ‚s nachts)
De belmelodie kan worden gedeactiveerd zodat u bijv. tijdens de
nachtrust niet wordt gestoord. Druk hiervoor één keer kort op de
knop Geluidloos (B.1) op het binnenstation. De led onder de knop
Geluidloos is rood verlicht om u eraan te herinneren dat de melodie is
gedeactiveerd. Om de melodie weer te activeren, drukt u nog een keer
kort op de knop Geluidloos, de rode led gaat uit en de melodie is weer
geactiveerd.
Het optische signaal (verlichte kaders om de knoppen Spreken en Deu-
ropener) blijft ook wanneer de belmelodie is gedeactiveerd geactiveerd
en geeft nog steeds aan dat er wordt gebeld. Ook begint de rode led te
knipperen wanneer er wordt gebeld als de melodie op Geluidloos
is gezet.
IN GEBRUIK NEMEN.
Nadat alle componenten zijn aangesloten en van een code zijn voorzien,
sluit u de adapter aan op het elektriciteitsnet van 230 V. Bel daarna een
keer om het systeem te initialiseren. De installatie moet telkens opnieuw
worden geïnitialiseerd als de stroom naar de installatie tussentijds
onderbroken is geweest.
BEDIENING
1. Druk op de beldrukknop.
2. Het/De betreffende binnenstation(s) brengen het ingestelde
belgeluid ten gehore.
3. Neem het gesprek op het binnenstation aan, door kort op de
gespreksknop (MOND) te drukken.
4. Wanneer een deuropener op het systeem is aangesloten, kunt u
door op de knop Deuropener (SLEUTEL) te drukken de deuropener
activeren.
5. Door nog een keer kort op de gespreksknop (MOND) te drukken
keert de installatie terug in de stand-by-modus.
24