a) Om een schakeltijd bij activeren van het relaiscontact 1 "OUTPUT 1" (E) aan te geven
voert u de volgende toetscombinatie in:
40
Tijd in seconden (mogelijk =01 tot 99 seconden)
Voorbeeld voor 14 seconden schakeltijd:
40
14
#
b) Om de relaisuitgang 1 "OUTPUT 1" (E) te vergrendelen voert u de volgende
toetscombinatie in:
41
#
Van de fabriek uit zijn 3 seconden schakeltijd ingesteld.
10.8 Gebruikerscode voor "OUTPUT 2" (F) programmeren
Om deze programmering door te voeren wordt er van uitgegaan, dat u zich in
de programmeermodus (zie hoofdstuk "10.1 Programmeermodus oproepen")
bevindt.
Denk er om, dat het gebruikersnummer voor "OUTPUT 1" (E) 4 cijfers en dat
voor "OUTPUT 2" (F) 3 cijfers moet hebben. De gebruikerscode kan 4-8 cijfers
hebben.
Gebruikersnummers kunnen niet dubbel worden toegekend.
Om een gebruikerscode voor de relaisuitgang 2 "OUTPUT 2" (F) te programmeren voert u de
volgende toetscombinatie in:
51
3-cijferig gebruikersnummer 4-8-cijferige gebruikerscode
Voorbeeld:
51
113
10.9 Wissen van gebruikerscodes van "OUTPUT 2" (F)
a) Wissen van gebruikerscodes van "OUTPUT 2" (F)
Om alle gebruikerscodes te wissen, die voor "OUTPUT 2" (F) eerder geprogrammeerd werden,
voert u de volgende toetscombinatie in:
5
0000
#
102
9877
#
#
#
#
#