10.2 De programmeermodus verlaten
U kunt de programmeermodus verlaten door drukken op de toets "*".
10.3 Stand by-modus
De normale bedrijfsmodus wordt omschreven als standby-modus. Het codeslot bevindt zich in
de standby-modus als het zich niet in de programmeermodus bevindt.
Gedurende de standby-modus knippert de gele status-LED "STATUS" om de twee seconden
kort.
10.4 Mastercode inprogrammeren
Om deze programmering door te voeren wordt er van uitgegaan, dat u zich in
de programmeermodus (zie hoofdstuk "10.1 Programmeermodus oproepen")
bevindt.
De mastercode is van de fabriek uit: 1234
De mastercode is abosluut nodig om in de programmeermodus te komen.
Daarom wordt dringend aanbevolen de mastercode bij de eerste in bedrijfname
te wijzigen.
De mastercode moet uit 4 tot max. 8 cjfers bestaan.
Om een nieuwe mastercode toe te kennen voert u de volgende toetscombinatie in:
0
Nieuwe mastercode
Voorbeeld:
0
4321
#
10.5 ID-kaarten en gebruikercodes voor OUTPUT 1 vastleggen
10.5.1 Wat is een gebruikersnummer?
Als u een ID-kaart of een gebruikerscode voor het activeren van de relaisuitgang "OUTPUT 1"
(E) wilt programmeren, dan moet steeds een gebruikersnummer worden toegekend.
Een gebruikersnummer is een nummer waaronder de ID-kaart resp. de gebruikerscode wordt
opgeslagen.
Om u de samenhang tussen gebruikersnummer, ID-kaart en gebruikerscode te verduidelijken
ziet u hierna een voorbeeldtabel met geprogrammeerde gebruikersnamen.
98
#