Bepalen van de hoeveelheid
spuitvloeistof
Oppervlakte berekenen (m
Bij lage gewassen is dit het product van
de lengte maal de breedte van het veld.
Bij hoge gewassen wordt het oppervlak
bij benadering berekend uit de lengte
van de rijen maal de gemiddelde hoogte
van het gewas. De uitkomst moet met
het aantal rijen worden
vermenigvuldigd. En als het gewas aan
beide zijden wordt behandeld, nogmaals
met 2 worden vermenigvuldigd.
De oppervlakte in hectaren wordt
verkregen door het aantal vierkante
meters te delen door 10.000.
Voorbeeld:
een veld met een lengte van 120 m en
een breedte van 30 m moet met een
insectenbestrijdingsmiddel worden
behandeld.
Oppervlakte:
2
120 m x 30 m = 3.600 m
3.600 / 10.000 = 0,36 ha
SR 420
Benodigde hoeveelheid
bestrijdingsmiddel berekenen
Aan de hand van de gebruiksaanwijzing
2
)
van het te gebruiken bestrijdingsmiddel
berekenen:
De benodigde hoeveelheid
–
bestrijdingsmiddel voor 1 hectare
(ha)
De concentratie (mengverhouding)
–
van het bestrijdingsmiddel
De benodigde hoeveelheid
bestrijdingsmiddel voor 1 ha
vermenigvuldigen met het berekende
oppervlak in ha. Het resultaat is de
benodigde hoeveelheid
bestrijdingsmiddel voor het te
behandelen oppervlak.
Voorbeeld:
Volgens de gebruikshandleiding is per
ha een hoeveelheid bestrijdingsmiddel
van 0,4 liter (I) in een concentratie van
0,1% nodig voor de toepassing.
Hoeveelheid bestrijdingsmiddel:
0,4 (l/ha) x 0,36 (ha) = 0,144 l
Benodigde hoeveelheid spuitvloeistof
berekenen
De benodigde hoeveelheid
spuitvloeistof wordt als volgt berekend:
T
W
x 100 = T
K
T
= hoeveelheid bestrijdingsmiddel in l
W
K = concentratie in %
T
= benodigde hoeveelheid
B
spuitvloeistof in l
B
Voorbeeld:
De berekende hoeveelheid bedraagt
0,144 l. De concentratie is volgens de
gebruikshandleiding 0,1 %.
Hoeveelheid spuitvloeistof:
0,144 l
x 100 = 144 l
0,1 %
Loopsnelheid bepalen
Voor aanvang van de werkzaamheden
met de volgetankte rugnevelspuit op de
rug een proeftraject afleggen met een
met water gevuld reservoir. De spuitlans
zo heen en weer bewegen (pendelen),
als bij gebruik in de praktijk. Hierbij de
afgelegde afstand na circa 1 minuut
berekenen.
Bij dit proeftraject tegelijkertijd de
gekozen werkbreedte controleren. Bij
lage gewassen is de doelmatige
werkbreedte 4-5 m. De werkbreedte met
paaltjes afbakenen.
De uitkomst van de in de berekening
afgelegde afstand in meters, gedeeld
door de tijd in minuten is de loopsnelheid
in meters per minuut (m/min).
Voorbeeld:
De afgelegde afstand in een minuut
werd bepaald op 10 m.
Loopsnelheid:
10 m
= 10 m/min
1 min
Nederlands
77