nl - 11
10.5 Aansluitingen elektriciteit
De boiler moet geheel met water
gevuld zijn en de installatie lekvrij
voordat aansluiting op het elek-
triciteitsnet plaatsvindt.
• Schakel de stroom in de meterkast uit zodat
de aansluiting spanningsvrij kan plaatsvinden
• Sluit de boiler aan volgens het juiste schema
(fig. 7).
• Monteer de afsluitkap met het afdichtprofiel.
11
In en buiten bedrijf stellen
11.1 In bedrijf stellen
• Controleer of de boiler geheel gevuld is
met water en de installatie lekvrij is.
• Schakel de elektriciteit naar de boiler in.
De boiler moet na het installeren en
het vullen met water binnen drie
maanden in bedrijf worden gesteld
om goede werking te garanderen.
11.2 Controle op werking
Na het in bedrijf stellen van het toestel dient
u de volgende punten te controleren:
- Het druppelen van expansiewater uit de
ontlastklep. Dit is noodzakelijk om te hoge
druk in de boiler tijdens het opwarmen te
voorkomen;
- De gehele installatie op lekkage, ook 30
minuten na inbedrijfname.
11.3 Buiten bedrijf stellen
• Schakel de elektriciteit naar de boiler uit.
De hoofdkraan van de waterleiding kan
gewoon open blijven.
11.4 Boiler legen
• Schakel de elektriciteit naar de boiler uit;
• Tap een aantal liters af uit een warmwa-
terkraan;
• Sluit de hoofdkraan van de waterleiding;
• Sluit de stopkraan van de inlaatcombinatie;
• Open een warmwaterkraan en sluit deze
als er geen warm water meer uitkomt;
• Neem maatregelen om eventueel lekwater
op te vangen;
• Schroef de inlaatcombinatie los van de boiler;
• Sluit een aftapslang aan op de koudwater-
aansluiting van de boiler en leg het uiteinde
van de slang op een plaats waar het water
goed afgevoerd kan worden;
• Open een warmwaterkraan of draai de war-
tel van de warmwateraan sluiting los.
Fig. 7
Elektrisch aansluitschema's
TR
TB
L
L
N
L1- L2 -L3
ED/EDR/EDOR
NEDERLANDS
= Temperatuurregelaar
= Temperatuurbegrenzer
= Fase nachtstroomaansluiting
= Fase dagstroomaansluiting
= Nulaansluiting
= 3-fase-aansluiting
258898