NEDERLANDS
10
Installatie
10.1 Montage boiler
•
Plaats het toestel direct op een vlakke ondergrond.
Eventueel kan het toestel met behulp van
een ophangbeugel tegen een vlakke wand
worden opgehangen.
• Monteer de ophangbeugel aan de
achterzijde van het toestel.
• Hang het toestel op aan twee in de wand
verankerde schroeven.
Het toestel mag alleen met de
wateraansluitingen naar boven
worden geplaatst.
10.2 Aansluitingen waterleiding
Gebruik bij de montage van
wartels en knelkoppelingen altijd 2
steeksleutels om buiging en
wringing op de leidingen en
appendages te voorkomen.
Systeem onder druk (fig. 2.1)
• Spoel eerst alle leidingen die op de
boiler worden aangesloten goed door
(vooral belangrijk bij nieuwbouwwoningen).
• Sluit de hoofdkraan van de waterleiding.
• Sluit de koudwateraansluiting van de boiler
(blauw) aan op de inlaatcombinatie.
• Sluit de stopkraan van de inlaatcombinatie.
• Monteer een reduceerventiel
stroomopwaarts van de inlaatcombinatie
als de waterleidingdruk hoger is dan de
sluitdruk van de inlaatcombinatie.
• Monteer de inlaatcombinatie met of zonder
reduceerventiel op de koudwaterleiding.
• Sluit de koudwateraansluiting van de
kraan aan op de koudwaterleiding.
• Sluit de warmwateraansluiting van de
boiler (rood) aan op de warmwater-
aansluiting van de kraan.
Drukloos systeem (fig. 2.2)
• Spoel eerst alle leidingen die op de
boiler worden aangesloten goed door
(vooral belangrijk bij nieuwbouwwoningen).
• Sluit de hoofdkraan van de
waterleiding.
• Sluit de koudwateraansluiting van de
boiler (blauw) aan op de koudwater-
doorvoer van de kraan.
• Sluit de koudwateraansluiting van de
kraan aan op de koudwaterleiding.
• Sluit de warmwateraansluiting van de
boiler (rood) aan op de warmwater-
aansluiting van de kraan.
258929
10.3 Aansluiting afvoerleiding
(bij systeem onder druk)
• Monteer direct na de ontlastklep een
open trechter in de afvoerleiding.
• Monteer een sifon op de afvoerleiding
indien deze direct op het riool wordt
aangesloten.
10.4 Boiler vullen
• Open de warmwaterkraan.
• Open de stopkraan van de inlaat-
combinatie (bij systeem onder druk).
• Open de hoofdkraan van de waterleiding.
• Laat de boiler goed doorstromen.
• Controleer de installatie op lekkage.
10.5 Aansluitingen elektriciteit
De boiler moet geheel met water
gevuld zijn en de installatie lekvrij
voordat aansluiting op het
elektriciteitsnet plaatsvindt.
Voor aansluiting op een wandcontactdoos
met randaarde is het toestel voorzien van
een 3-aderig snoer met randaardestekker.
Fig. 6
Elektrisch aansluitschema
TR = Temperatuurregelaar
TB = Temperatuurbegrenzer
N = Nulaansluiting
L
= Fase-aansluiting
EDR10
nl -10