Fig. 29/1
BARRE DE NIVELLEMENT
(Fig. 28/1)
Une barre de nivellement arrière (A) peut être fournie en accessoire.
Elle est montée sur deux bras flottants (C). Le réglage en hauteur
est réalisé au moyen des axes et goupilles (B). Cette barre laisse un
sol mieux nivelé, sans grosses mottes.
DÉFLECTEURS LATÉRAUX
(Fig. 28/1)
Les déflecteurs latéraux (D) évitent la formation d'un bourrelet de
terre de chaque côté de la machine. Ils doivent être réglés en
hauteur.
Les déflecteurs sont con us pour s'escamoter en cas d'obstacle.
CONTRÔLE DE PROFONDEUR
La profondeur de travail est contrôlée par le rouleau cage ou le
rouleau Packer.
Le réglage de la profondeur de travail est effectué en changeant la
position des goupilles sur les côtés droit et gauche de la machine.
ATTELAGE 3 POINTS ARRIÈRE
(Fig. 29/1)
Cet équipement permet de combiner des semoirs classiques ou
pneumatiques.
Pour les appareils entraînés par prise de force, tels que les semoirs
pneumatiques, la Herse Rotative dispose d'une sortie de prise de
force arrière sur la boîte de vitesses.
Les bras d'attelage inférieurs (A) sont réglables pour permettre
l'adaptation de tous les types de semoirs.
Les équipements s'attèlent de la même fa on qu'à l'arrière d'un
tracteur.
La fonction des chaînes (B) de l'attelage est de soutenir
l'équipement attelé lors du transport. Au travail, elles doivent être
flottantes afin que le semoir puisse suivre les inégalités du terrain.
ATTELAGE 3 POINTS ARRIÈRE HYDRAULIQUE
(Fig. 29/2)
L'équipement combiné à la herse peut être relevé au-dessus de la
machine à l'aide de l'attelage hydraulique. De cette fa on, le centre
de gravité de l'équipement combiné est avancé et l'effort de relevage
de l'ensemble est diminué.
Sur route, l'équipement est maintenu relevé. Pour des raisons de
sécurité, mettre en place le boulon (C).
L´attelage 3 points arrière hydraulique est détaillé dans le livret
séparé du manuel d´utilisation, numéro de commande 186716.
ROULEAUX-CULTITASSEURS
Les racloirs ou les dents devant le rouleau peuvent être réglés de
deux manières (Fig 28/2).
En terrain labouré, il est recommandé de travailler avec la position
(A) et en terrain cultivé avec la position (B).
Un réglage périodique des racloirs (C) est très important. À cet effet
poser le rouleau sur un sol plat et faites glisser les racloirs vers le
rouleau jusqu´à laisser un espace minimum, puis les fixer.
Les rouleaux restent propres si ils sont nettoyés et graissés
régulièrement.
c
Fig. 29/2
EGALISATIEBALK
(Fig. 28/1)
Een achterop gemonteerde egalisatieplaat (A) zorgt voor een vlak
zaaibed en verhindert dat grote kluiten onbewerkt naar buiten worden
geworpen. De hoogte verstelling is mogelijk door een pen/gat of
draadspindel constructie.
ZIJPLATEN
(Fig. 28/1)
De zijplaten (D) verhinderen dat er links en rechts ruggen worden
gevormd. De zijplaten dienen in werkdiepte te worden ingesteld. Bij
eventuele obstakels wijken de zijplaten automatisch uit.
WERKDIEPTE INSTELLING
De werkdiepte wordt door middel van een kooirol, packerrol,
walsenpacker of crackerrol gerealiseerd. De werkdiepte wordt
versteld door aanslagpennen aan linker en rechter zijde te versteken.
LET OP: Aanslagpennen altijd van binnen naar buiten monteren.
COMBI HITCH
(Fig. 29/1)
Een Combi-Hitch (achterop gemonteerde driepunt) is een extra
accesoire voor de rotorkopeg. De Combi Hitch maakt het mogelijk om
de rotorkopeg te combineren met een tweede werktuig bijv. een
zaaimachine.
Voor
combinaties
pneumatische werktuigen dient de rotorkopeg mede met een
doorlopende aftakas te zijn uitgerust.
Het aankoppelen van het tweede werktuig geschiedt op dezefde
manier als wanneer deze rechtstreeks aan de tractor zou worden
gekoppeld. De gaten in de hefarmen (A) geven de mogelijkheid om
het tweede werktuig altijd zo kort mogelijk aan te bouwen.
De kettingen (B) dragen het tweede werktuig in transportstand; en
indien het werktuig niet over een eigen diepte controle beschikt ook
tijdens het werk.
HYDRAULISCHE COMBI-HITCH
(Fig. 29/2)
De rotorkopeg kan als optie ook worden uitgerust met een
hydraulische Combi-Hitch dit geeft het voordeel dat het gewicht van
het tweede werktuig dichter bij de tractor kan worden gebracht tijdens
het transport. In opgeheven positie wordt dit werktuig boven de
rotorkopeg gebracht.
Tijdens transport kan de opgeheven combinatie worden geborgd
middels een bout (C).
De gedetaileerde beschrijving van de hydraulische Combi-Hitch is
beschreven in een afzonderlijke handleiding art.nr. 186716
DIEPTE ROL
Het schraperframe van de packer of walsenpacker kan op twee
manieren worden gemonteerd (Fig 28/2).
Op geploegde percelen raden we de lage positie (A) aan, en op
percelen met veel gewasresten raden we de hoge positie (B) aan.
Regelmatig nastellen van de schrapers (C) is belangrijk.
Zet de rol hiervoor op een vlakke ondergrond en schuif alle schrapers
tot aan de buis. Let er bij het aandraaien van de moeren op dat de
afstrijkers over de gehele breedte de rol raken.
De rol blijft eenvoudig schoon wanneer deze na gebruik gereinigd en
geolied wordt.
HK 25
met
aftakas
aangedreven,
29