• Scherm 'Precedence' en 'Vox Sensitivity'
Om te voorkomen dat het apparaat het doorgaande signaal
(dienstmededeling) opvangt en als lawaai beschouwt, beschikt het apparaat
over een functie die dit ongewenste effect tot een minimum beperkt. Via
een extern besturingssignaal kan de geluidsmeting geblokkeerd worden,
zodat correcties binnen de versterkingsketen vermeden worden. Indien er
geen met de oproepen samenhangend voorrangssignaal voorhanden is,
kan men middels de toetsen ñ en ò opteren voor de automatische modus
(VOX).
Op deze manier blokkeert het apparaat de geluidsmeting wanneer het een
doorgaand signaal in het systeem waarneemt. Er is daarnaast nog een
andere functie waarmee de activeringsgevoeligheid van de VOX kan worden
ingesteld op één van de 10 beschikbare niveaus ( en
Wanneer de voorrang geactiveerd is, verschijnt in het hoofdmenu een
sterretje en wordt de (dB spl) niet bijgewerkt.
• Scherm 'Samples Average' en 'Min en max excursion limits'
De bijwerking van de verzwakking van het uitgangsniveau hangt
samen met de geluidsmeting. Het geluid wordt ongeveer iedere halve
seconde gemeten en de gegevens worden vervolgens gemiddeld om
sterke variaties in het geluidsniveau, die tijdelijk en sporadisch zijn, te
reduceren; bijvoorbeeld een vertrekkende trein of willekeurig welke andere
kortdurende geluiden.
De mathematische verwerking maakt het mogelijk de gemeten
geluidswaarden te "middelen" om een aanpassing van het geluidssignaal te
bewerkstelligen die zo dicht mogelijk bij het echte achtergrondlawaai ligt.
Het aantal beschikbare gemiddelden is 1, 2, 4, 8, 16, 32 metingen (toetsen
en
). Aanbevolen wordt waarden van meer dan 8 te gebruiken. Door
op allebei de toetsen
en
te drukken, gaat u naar de modus 'Excursion
limits'. Er kunnen twee limieten worden ingesteld: maximum en minimum.
Beiden hebben betrekking op het "reference" signaal. Met deze afstellingen
wordt door het bepalen van max. en min. voorkomen dat het apparaat
buiten een bepaald verzwakkingbereik komt. Om van 'Min' naar 'Max' te
gaan drukt u de toetsen
en
• Scherm 'Fixed attenuator'
De functie van automatische aanpassing van het uitgangsniveau op grond
van het gemeten lawaai kan worden gedeactiveerd en in plaats daarvan kan
een vast verzwakkingniveau worden ingesteld. Het is via dit menu mogelijk
twee vaste niveaus in te stellen, nacht en dag. Om de functie voor vaste
verzwakking te activeren is het voldoende het menu te verlaten terwijl één
van beide niveaus wordt weergegeven (nacht of dag). Nadat de gebruiker
de vaste verzwakking heeft gekozen, zal het apparaat het 'day' niveau
automatisch instellen. Om over te gaan naar het 'night' niveau is een ingang
vanaf externe klemmenstrook beschikbaar. Op deze manier is het apparaat
in staat de nacht/dag verzwakking op afstand te selecteren.
• Scherm 'Rise Ratio' en 'Mic. Calibration'
Via dit scherm krijgt u toegang tot de instelling van de incrementele
verhouding. De ingangsvariabele (gemeten lawaai) wordt gekoppeld aan
de uitgangsvariabele (verzwakkingniveau). Via de toetsen ñ en ò kunnen
de volgende selecties worden gemaakt: [ 1 : 0.25 ]; [ 1 : 0.5 ]; [ 1 : 1 ]; [
1 : 2 ]. De aanbevolen waarde is [1 : 0,5].
Door allebei de toetsen ñ en ò in te drukken, gaat u naar de modus
'Mic. Calibration'. In dit menu is het mogelijk een correctie van ± 4 dB op
het gelezen spl gegeven toe te passen.
allebei ingedrukt).
tegelijk in.
T
E
E
H
S
A
T
A
D
• Pantalla 'Precedence' y 'Vox Sensitivity'
Para evitar que el dispositivo capte y considere como ruido la señal en
tránsito (mensajes de servicio), se ha previsto una función que limita al
mínimo este efecto indeseable. Es posible, a través de una señal de mando
exterior, bloquear el muestreo del ruido y por tanto evitar correcciones en
la cadena de amplifi cación. Cuando no es posible disponer de una señal
de precedencia en tensión ligada a las llamadas, es posible, trámite las
teclas ñ y ò, optar por la modalidad automática (VOX).
De esta manera el dispositivo, registrando una señal de sonido que transita
a través de él, bloquea el muestreo. Hay disponible otra ulterior función
que permite ajustar, dentro de 10 niveles, la sensibilidad de activación del
VOX (
en
pulsadas simultáneamente). Cuando la precedencia está
activa, en el menú principal es mostrado un asterisco y no es efectuada la
actualización de la medición del ruido (dB spl).
• Pantalla 'Samples Average' y 'Excursion limits min & Max'
La actualización de la atenuación del nivel de salida está ligada a la
detección de ruido. La detección de ruido es efectuada con una frecuencia
de aproximadamente ½ segundo, el dato es seguidamente mediado a fi n de
reducir las presencias esporádicas y ocasionales de fuertes variaciones de
ruido; por ejemplo la señal acústica de un tren en arranque como también
cualquier otro ruido accidental.
El procesamiento matemático permite "mediar" las muestras registradas
a fi n de asegurar una adecuación de la señal de sonido lo más próxima al
verdadero ruido de fondo. El número de medias disponibles es de 1, 2, 4,
8, 16, 32 muestras (teclas
de 8. Presionando ambas teclas (teclas
'Excursion limits'. Hay dos límites que se pueden confi gurar: límite máximo
y límite mínimo. Ambos hacen referencia a la señal "Reference". Con estas
regulaciones se evita que el dispositivo salga de un rango determinado
de atenuación elegido confi gurando los límites máx. y mín. Para pasar de
'Mín' a 'Máx' presionar simultáneamente las teclas
• Pantalla 'Fixed attenuator'
La funcionalidad de adecuación automática del nivel de salida según el ruido
se puede desactivar a favor de un nivel fi jo de atenuación. Es posible en
este menú confi gurar dos niveles fi jos de atenuación, noche y día. Basta
salir del menú dejando visualizado uno de los dos niveles (noche o día)
para tener habilitada la función de atenuación fi ja.
Una vez efectuada la selección por parte del usuario de la atenuación fi ja,
el dispositivo confi gurará automáticamente el nivel 'Day'. Para pasar al nivel
'Night' hay disponible una entrada desde bornera exterior. De esta manera
el aparato puede seleccionar la atenuación noche-día a distancia.
• Pantalla 'Rise Ratio' y 'Mic. Calibration'
Es la pantalla que permite acceder al ajuste de la relación incremental.
Se relaciona la variable de entrada (ruido detectado) con la variable de
salida (nivel de atenuación). Es posible efectuar, con las teclas ñ y ò, las
selecciones siguientes: [ 1 : 0.25 ]; [ 1 : 0.5 ]; [ 1 : 1 ]; [ 1 : 2 ].
El valor aconsejado es [1 : 0,5].
Presionando ambas teclas ñ y ò se pasa a la modalidad 'Mic. Calibration'.
En este menú es posible efectuar una corrección de ± 4 dB en el dato de
'spl' leído.
DLC9000
y ). Los valores aconsejados son los mayores
y
) se pasa a la modalidad
y
.
25