nl
MAXN
SpO
-sensor voor pasgeborenen/volwassenen
2
Identificatie van een stof die deel
uitmaakt van of aanwezig is in
het product of de verpakking.
Dit product kan niet afdoende worden gereinigd en/of gesteriliseerd door de gebruiker om
veilig hergebruik mogelijk te maken en is daarom bedoeld voor eenmalig gebruik. Pogingen
tot het reinigen of steriliseren van deze hulpmiddelen kunnen risico's van biologische
incompatibiliteit, infectie of productfalen voor de patiënt met zich meebrengen.
Dit hulpmiddel is niet vervaardigd met natuurlijke rubberlatex of DEHP.
Gebruiksaanwijzing
Indicaties/contra-indicaties
De Nellcor™ SpO
-sensor voor pasgeborenen/volwassenen, model MAXN, is geïndiceerd
2
voor gebruik bij één patiënt wanneer continue, niet-invasieve bewaking van de arteriële
zuurstofsaturatie en polsfrequentie vereist is bij pasgeborenen die minder dan 3 kg wegen of
volwassenen die meer dan 40 kg wegen.
Er geldt een contra-indicatie voor het gebruik van de MAXN bij patiënten die een allergische
reactie op de kleeftape vertonen.
Opmerking: De kleefsensor bestaat uit de sensor, de kabel en de wikkelkleefvleugels.
Gebruiksaanwijzing
1.
Verwijder het plastic achtervel van de MAXN en zoek de doorzichtige vensters op de
kleefzijde op. Vensters bedekken optische componenten. Let op de overeenkomende
uitlijningsmarkeringen (a) op de niet-klevende zijde en de streepjeslijn (b) in het midden
tussen de markeringen.
2.
Plaats de MAXN zodanig dat de streepjeslijn zich aan de zijrand van de beoogde plaats
bevindt.
Pasgeborenen: De voorkeursplaats is een voet. In plaats daarvan kan ook een hand
worden gebruikt. Het venster naast de kabel komt op de voetzool, zoals weergegeven.
Volwassenen: De voorkeurslocatie is een wijsvinger. Eventueel kunnen andere vingers
worden gebruikt. Het venster naast de kabel komt op de nagelzijde, distaal van het
eerste gewricht. Niet op een gewricht plaatsen. De kabel moet over de bovenkant van de
hand lopen.
Opmerking: Bij de keuze van een sensorplaats moet de voorkeur worden gegeven aan een
extremiteit zonder een arteriële katheter, bloeddrukmanchet of intravasculaire
infuuslijn.
3.
Wikkel de MAXN stevig, maar niet te strak, om de voet of vinger. De vensters moeten
tegenover elkaar liggen.
4.
Sluit de MAXN aan op de oxymeter en controleer of deze correct werkt volgens de
instructies in de bedieningshandleiding van de oxymeter.
Opmerking: Als de sensor de pols niet betrouwbaar registreert, is hij mogelijk verkeerd
geplaatst of is de aanbrengplaats van de sensor misschien te dik, te dun, of te
gepigmenteerd of anderszins te donker gekleurd (bijvoorbeeld door extern
aangebrachte kleuring, zoals nagellak, kleurstof of gepigmenteerde crème) voor
een goede lichtdoorlating. Als een van deze situaties zich voordoet, verplaatst
u de sensor of kiest u een andere Nellcor-sensor voor gebruik op een andere
plaats.
1
3
Identificatie van een stof die geen deel
uitmaakt van en niet aanwezig is in het
product of de verpakking.
12
2