DE
NL
•
Spuittoestel minstens 5 meter buiten de gevarenzone opstellen.
•
Plaats het apparaat uitsluitend op een schone, vlakke ondergrond zodat het geen stof
kan aanzuigen.
•
Bedien de AAN/UIT-schakelaar op het apparaat.
•
Een spuitproef op karton of iets dergelijks is aan te bevelen om de
materiaalhoeveelheid en het spuitresultaat te bepalen.
10. Instelling van de gewenste spuitstraalvorm
WAARSCHUWING! Gevaar voor verwonding! Nooit tijdens het instellen
van de luchtkap aan de handbeugel trekken.
Draai de wartel (afb. 4, 1) iets los en draai de luchtkap (2) in de gewenste spuitvormstand
(pijl).
Afb. 5 A = verticale vlakke straal
Afb. 5 B = horizontale vlakke straal voor het verticaal opbrengen van verf
Afb. 5 C = ronde straal
11. Instelling van de materiaalhoeveelheid (Afb. 6)
Hoeveelheid materiaal door draaien van de regulering aan de achterkant van het pistool
vastleggen. Ter oriëntatie is op de regulering een schaalverdeling aangebracht.
+
naar links draaien
-
naar rechts draaien
12. Spuittechniek
Neem beslist de speciale verwerkingsaanwijzingen van de
i
materiaalfabrikant in acht.
•
Het spuitresultaat wordt grotendeels bepaald door hoe glad en schoon het te spuiten
oppervlak vooraf is gemaakt. Behandel het oppervlak daarom zorgvuldig voor en
houd het stofvrij.
•
Dek oppervlakken die niet moeten worden gespoten af.
•
Een spuitproef op karton of iets dergelijks is aan te bevelen om de juiste instelling
voor het spuitpistool te bepalen.
Belangrijk: Begin buiten het te spuiten oppervlak en voorkom onderbrekingen
binnen het te spuiten oppervlak.
•
De spuitbeweging moet niet met de pols worden uitgevoerd, maar met de arm. Zo
blijft tijdens het spuiten de afstand tussen het spuitpistool en het oppervlak altijd
gelijk. Kies een afstand van 5 - 25 cm, afhankelijk van de gewenste straalbreedte.
48
voor het horizontaal opbrengen van verf
voor hoeken en randen en voor moeilijk
bereikbare oppervlakken
meer materiaal
minder materiaal
MotorSpray3000