Veiligheidsaanwijzingen voor fijnspuitsystemen / Inbedrijfstelling
Het verstoven middel kan zelfs
door een handschoen heen
in de huid dringen en in uw
lichaam worden ingespoten.
Behandel een inspuiting niet
als een gewone snee. Een
hogedrukstraal kan giftige
stoffen in het lichaam spuiten
en tot ernstige letsels leiden.
In geval van een inspuiting in
de huid, roept u onmiddellijk
medische hulp is.
Let op eventuele gevaren van
het verstoven middel. Let op de
markeringen op de verpakking
of de informatie van de fabri-
kant van het verstoven middel,
inclusief de aanmaning voor
het gebruik van persoonlijke
beschermende uitrusting. De
aanwijzingen van de fabrikant
dienen opgevolgd te worden
om het risico op brand en ook
letsels veroorzaakt door giftige
stoffen, kankerverwekkende
stoffen, enz. te verminderen.
Spuit nooit zonder gemon-
teerde mondstukkop. Het
gebruik van een speciaal
mondstukinzetstuk met de
passende mondstukkop vermin-
dert de waarschijnlijkheid dat
een hogedrukstraal de huid
doordringt en giftige stoffen in
het lichaam inspuit.
• Inbedrijfstelling
• Apparaten aansluiten
Het product mag uitsluitend worden
gebruikt met gereinigde, condensaat-
en olievrije perslucht en mag de in
het hoofdstuk "Technische gegevens"
vermelde maximale werkdruk aan de
apparaten niet overschrijden.
Opdat u de luchtdruk kunt regelen,
moet de persluchtbron met een (filter)
overdrukinrichting zijn uitgerust.
Voor het gebruik van deze apparaten
ebt u een flexibele persluchtslang met
snelkoppeling nodig en een geschikte
luchtdrukbron. Neem de bedienings- en
veiligheidsinstructies van de persluchtbron
in acht en de bijzondere aanwijzingen voor
het voorbereiden van de verf.
AANWIJZING!
fNeem de correcte werkdruk in acht.
Te hoge werkdruk leidt tot te sterke
fijne verdeling en brengt een te snelle
vloeistofverdamping met zich mee.
De oppervlakken worden ruw en ont-
wikkelen slechte hechteigenschappen.
Is de werkdruk daarentegen te laag,
wordt het verfmateriaal niet voldoende
verstoven. Golvende oppervlakken en
druppelvorming zijn het gevolg.
Sluit de persluchtslang met snelkoppeling
25
op de persluchtaansluiting
of
20
van het apparaat in kwestie aan.
De vergrendeling gebeurt automatisch.
Sluit de compressoraansluiting
persluchtbron aan.
Stel aan de filteroverdrukinrichting van
de persluchtbron de werkdruk in die in
het hoofdstuk "Technische gegevens"
wordt vermeld.
5
,
9
,
16
op de
24
NL/BE
63