6.3
De voortent opzetten
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel en
materiële schade
Gebruik geen compressoren die bestemd
zijn om autobanden op te pompen.
Blaas AIR-palen alleen op onder controle
van een manometer met een druk van 9
psi (0,62 bar).
LET OP! Materiële schade
Open of sluit de ritssluitingen niet met
grote kracht.
Als er een oprolbaar zonnescherm wordt
gebruikt om de voortent te bevestigen,
dient u het oprolbare zonnescherm
te ondersteunen wanneer u eraan
werkt, om te voorkomen dat er te veel
spanning op komt te staan. Nadat de
voortent is bevestigd, moet het oprolbare
zonnescherm weer volledig worden
opgerold. Dit product mag niet worden
gebruikt indien de cassetteluifel in
uitgeschoven stand is.
INSTRUCTIE
• De meegeleverde haringen zijn haringen
voor zwaar gebruik. Deze zijn geschikt
voor de meeste locaties, maar voor
bepaalde grondsoorten kunnen speciale
haringen nodig zijn. Raadpleeg hiervoor
uw dealer.
• Sla de haringen onder een hoek van 45° in
de grond.
• Span de scheerlijnen in een rechte lijn ten
opzichte van de naad waar deze begint.
Denk aan de volgende tips wanneer u de voortent
opzet:
• De afbeeldingen geven een algemeen overzicht van
de opbouw. De daadwerkelijke opbouw varieert
enigszins afhankelijk van het model van de voortent.
• Vraag om hulp. Opzetten is gemakkelijker met
meerdere personen.
• Zodra de voortent rechtop staat, controleert u de
hoekharingen en zet u deze eventueel opnieuw vast.
Het grondzeil aan de binnenzijde moet strak liggen
en een rechthoekige vorm hebben.
• Zet de scheerlijnen vast zodat de voortent strak staat,
maar niet wordt vervormd.
• Bevestig, indien beschikbaar, de stormlijnenset.
• Controleer regelmatig de scheerlijnen om zeker te
zijn dat deze voldoende op spanning staan. Stel de
scheerlijnen strakker indien nodig.
Zet de voortent als volgt op:
1. De voortent uitpakken:
a) Om de voortent te beschermen tegen vuil en
schade, legt u er een grondzeil of onderzeil
onder alvorens hem uit te pakken.
b) Pak de voortent uit.
afb.
op pagina 3
c) Sorteer en identificeer de verschillende
onderdelen.
2. Bevestig de voortent op een van de volgende
manieren aan uw voertuig:
• Gooi de 6 m verbindingsriemen over de
bovenkant van het voertuig en zet ze vast, ofwel
met haringen in de grond of door ze aan de
wielen van het voertuig te binden.
• Voer de keder in de rail in en trek de voortent
door naar de gewenste plek.
• Voer de keder in het cassetteluifelkanaal in en trek
de voortent door naar de gewenste plek.
afb.
op pagina 3
3. Zet de achterste twee hoeken vast door de
spanbanden ongeveer 5 cm onder het voertuig vast
te zetten met haringen.
afb.
op pagina 4
4. De voortent opblazen:
a) Sluit alle ontluchtingsventielen aan de voorkant
van de voortent.
afb.
op pagina 4
b) Draai de bovenste dop van het opblaasventiel
los.
afb.
op pagina 4
c) Plaats de pomp en blaas de AIR-paal op met een
druk tussen 3 psi en 4 psi in het begin.
afb.
op pagina 5
d) Til de voortent aan beide zijden op om deze zijn
vorm te laten krijgen.
e) Ga door met oppompen tot u een druk van 9 psi
hebt bereikt.
f) Verwijder de pomp en plaats de bovendop van
het opblaasventiel.
afb.
op pagina 5
5. De voortent vastzetten:
NL
47