1. Ga naar het menu en selecteer: Functies.
2. Selecteer de verwarmingsfunctie.
3. Pas de instellingen aan.
4. Druk op
gewenst moment voor of tijdens het
koken aansluiten. Raadpleeg het
hoofdstuk "De accessoires gebruiken,
voedselsensor".
5.
- druk hierop om de instellingen tijdens
het koken aan te passen.
6.
- druk hierop om de
verwarmingsfunctie uit te schakelen.
Snel Voorverwarmen is alleen
beschikbaar voor een aantal
verwarmingsfuncties. Voor meer
informatie over voorverwarmingsopties
raadpleegt u het hoofdstuk "Dagelijks
gebruik", Instellingen, submenu:
Voorkeuren.
Boven
Intense hitte voor snelle bruining van de bo‐
venkant.
Onder
Bak de bodem van het voedsel gelijkmatig
bruin. Goed voor pizza's of taarten, maar ook
voor het afwerken van taarten of quiches.
Verwarm de oven voor en gebruik het laagste
niveau.
Hete lucht
Voor dagelijks koken op meerdere niveaus.
Zorgt voor gelijkmatig gegaarde gerechten
zonder vermenging van smaken. Stel een la‐
gere temperatuur in dan voor Boven en on‐
der.
Boven en onder
Voor dagelijks koken op één niveau. Goed
voor alle gerechten, zoals stoofschotels en
baksels.
Hete lucht & boven
Braad grotere stukken vlees en gevogelte met
botten voor malse resultaten en een knappe‐
rig oppervlak.
Hete lucht & onder
Bak het deeg gelijkmatig met een knapperige
korst. Goed voor pizza's, quiches, taarten of
pasteien.
. U kunt de sensor op elk
Hete lucht, boven en onder
Deze functie is ideaal voor kant-en-klare
maaltijden.
Ventilator voor warmtebesparing
Bespaar energie door restwarmte te gebrui‐
ken om te koken. Het beste voor gebakjes.
Opwarmen
Deze functie warmt restjes opnieuw zachtjes
op.
Grillen
Grill of bruin groenten of vlees gelijkmatig.
Ook goed voor het roosteren van brood.
Deeg laten rijzen
Geoptimaliseerde temperatuur voor snel rij‐
zen.
Opfrissen
Geef een verse geur en een zachte binnen‐
kant terug aan brood of baksels van een dag
oud.
Ontdooien
Langzaam ontdooien voor verdere bereiding.
Stoven
Verkrijg malse, sappige stoofschotels door de
ingrediënten allemaal samen te laten sudde‐
ren.
Braadstuk
Krijg een knapperige buitenkant en een malse
binnenkant voor vlees, gevogelte, of groen‐
ten.
Brood bakken
Gebruik deze functie voor brood en broodjes
met een bijna professioneel resultaat qua kro‐
kantheid, kleur en bruine korst.
Langzaam garen
Langzaam garen verlengt de kooktijd, maar je
krijgt een beter kookresultaat. Voordat je het
vlees in de oven legt, moet je het dicht‐
schroeien.
Inmaken
Krijg sappig fruit en groenten geconserveerd
bij een lage temperatuur. Plaats de hittebe‐
stendige blikpotten op een bakplaat gevuld
met water.
Borden warmen
Voorverwarmen van borden.
NEDERLANDS
11