Publicité
moNTAgE EN INSTALLATIE
4.2 Installatieprocedure
Verwijder de wandplaat door drie vleugelmoeren los te draaien en de aardkabel los te maken (fig.4).
Vleugel-
moeren
Bevestig de montageplaat met de meegeleverde schroeven en muurpluggen aan de buitenlaag van
het gebouw (fig. 5 & 6).
Wandplaat
Montageplaat
Nadat de montageplaat bevestigd is, kan de wandplaat op de montageplaat worden gemonteerd met
de vier borgmoeren. Bevestig daarna de interne module weer aan de wandplaat. Zorg ervoor dat de
aardkabel op de juiste wijze wordt teruggeplaatst.
Voor een stille werking van de ventilator is het belangrijk om de drie borgmoeren niet te strak
vast te draaien. De rubberen bevestigingen zijn bedoeld om enige flexibiliteit te geven tussen de
ventilatoreenheid en de wandplaat (fig.7)
Ongeveer
7mm
Aardschroef
Raadpleeg, nadat de eenheid is bekabeld, de voorbereidingstest (procedure 4.1 op pagina 6) om de
ventilatorsnelheid correct in te stellen.
Breng na het instellen van de ventilatorsnelheid siliconen afdichting aan rond de montageplaat en
plaats de behuizing terug.
Aardkabelschroef
Wandplaat
Vleugelmoer
Wandplaat
Rubberen
bevestigingen
Montageplaat
Muur-
pluggen
9
NL
Publicité
