oNDERHoUD
5.0 onderhoud en reiniging
Normaliter vindt onderhoud van de ventilator indien nodig plaats; volgens de aanbeveling van de
fabrikant eenmaal per jaar.
Onderhoudsprocedure – uit te voeren door gekwalificeerde installateurs.
BELANgRIJK: Probeer NIET het volgende:
•
De motor smeren
•
De instellingen van de drukschakelaar wijzigen (fig.10)
•
Onderdelen van de rookgasventilator smeren met WD40 of een vergelijkbaar
penetrerend product
1.
Controleer vóór het onderhoud of de ventilator correct werkt.
2.
Schakel de voedingsspanning uit.
3.
Verwijder de behuizing (fig.9)
4.
Verwijder de ventilatoreenheid door middel van de 3 vleugelmoeren en aardkabel
(zie installatieprocedure)
5.
Inspecteer de ventilator en de kabels zorgvuldig op slijtage en corrosie die de resultaten
kunnen beïnvloeden. Vervang deze indien nodig.
6.
Reinig de ventilatorschoepen. In sommige gevallen kan het nodig zijn om materiaal van
de schoepen af te schrapen. Zorg er daarbij voor dat er geen onderdelen van de ventilator
beschadigd raken.
7.
Plaats de ventilator terug en zorg ervoor dat de aardverbinding goed aangesloten is.
8.
Koppel de drukslangen los (fig.10). Let op hun positie! Herstart de ventilator om eventueel
resterend los vuil te verwijderen.
9.
Sluit de drukslangen weer aan, plaats de behuizing terug en test de ventilator.
behuizing
ventilator-
schoepen
11
drukschakelaar
drukslangen
NL