Publicité
Vóór de inbedrijfstelling
11 Transporteren en opstellen
Kans op letsel door omlaag vallen en
omvallen van het lasapparaat.
Trek voor een transport de netstekker
los.
Draag het apparaat bij de draagband
en houd het daarbij horizontaal.
Het apparaat mag niet met een vork-
heftruck of vergelijkbare voorzienin-
gen bij de behuizing of draagband
worden opgetild.
Zet het apparaat altijd op een stevige,
vlakke en droge ondergrond. De maxi-
maal toelaatbare hellingshoek voor
plaatsing is 10°.
Let erop dat de openingen voor de
koellucht altijd vrij blijven!
– Plaats het lasapparaat nooit direct tegen een
wand!
– Dek geen koelluchtopeningen af!
Het lasapparaat kan oververhit raken en schade
oplopen!
De openingen voor de koellucht bevinden zich
aan de
– voorzijde van de behuizing
– achterzijde van de behuizing
12 Beknopte gebruiksaanwijzing
 Beschermgasfles in de buurt van de installatie
plaatsen en beveiligen tegen omvallen.
 Schroefkap van beschermgasfles verwijderen
en gasflesklep kort openen (uitblazen).
 Reduceerventiel aansluiten op beschermgas-
fles.
 Beschermgasleiding van installatie aansluiten
op reduceerventiel en beschermgasfles ope-
nen.
 Werkstukkabel aansluiten op de aansluitbus
pluspool 3.
 TIG-toorts aansluiten op de aansluitbus min-
pool 6.
 Besturingsstekker van de TIG-toorts aansluiten
in bus 4.
01.22
 Gasleiding van de TIG-toorts aansluiten op de
gasaansluiting 5.
 Netkabel of accukabel aansluiten.
 Apparaat inschakelen, hiervoor de druktoets
Aan/Uit 28 gedurende 2 sec. indrukken.
 De gewenste lasstroom instellen met de bedie-
ningsknop 19.
9 Het apparaat is nu gereed om te lassen.
13 Vóór de inbedrijfstelling
13.1 Draagband bevestigen
 Rijg de draagband door het lasapparaat en de
kunststof schuif. Zie de volgorde van de num-
mering op de afbeelding.
13.2 Aansluiten van de werkstukkabel
III
Let er bij de keuze van de werkplek op dat de
werkstukkabel en massaklem naar behoren
kunnen worden bevestigd.
De massaklem moet goed geleidend zijn be-
vestigd aan een blanke plaats van de lastafel of
het werkstuk. Deze moet zich in de onmiddellijke
nabijheid van de lasplaats bevinden, zodat de
lasstroom niet kan wegstromen via machineon-
derdelen, kogellagers of elektrische schakelin-
gen.
Leg de massaklem niet op het lasapparaat,
omdat de lasstroom anders via de geaarde kabel-
verbindingen gaat lopen en deze onherstelbaar
zal beschadigen.
Leg de werkstukaansluiting nooit los neer. Sluit
de massaklem stevig op de lastafel of het werk-
stuk aan.
909.4039.9-05
II
- 77 -
Publicité
