Verwarmingssymbool (4): Gaat branden wanneer er warmte wordt afgegeven nadat de
temperatuurregeling is geactiveerd.
Rotatiesnelheidssymbool (10): Licht op wanneer het display de rotatiesnelheid weergeeft.
Verwarmingsverhouding (9): Geeft het huidige percentage van de verwarmingscapaciteit aan.
Instellingssymbool (SV): Verschijnt tijdens het instellen van de temperatuur, snelheid, tijd of parameter
(query).
Meetsymbool (PV): Wordt weergegeven wanneer de gemeten temperatuur en snelheid worden
weergegeven.
Bedieningssymbool (8): Wordt constant weergegeven wanneer de temperatuurregeling actief is.
Alarmsymbool (3): Wordt geactiveerd als de temperatuur van de verwarmingsplaat de AP-waarde
overschrijdt, waardoor de verwarming wordt uitgeschakeld, het circuit wordt losgekoppeld en de zoemer
klinkt. Wanneer de temperatuur de AL-waarde overschrijdt, knippert de temperatuurregelaar en klinkt de
zoemer.
Zelf-afstemmend symbool (palmsymbool 6): Knippert tijdens zelfafstemming.
Temperatuurknop: Draai om de temperatuurinstelling aan te passen (instellings- en temperatuurlampjes
branden); draai naar links om te verlagen en naar rechts om te verhogen. Als er binnen 0,5 seconde geen
rotatie plaatsvindt, verlaat u de instelmodus. Tik om de temperatuurregeling te activeren, tik nogmaals
om deze uit te schakelen en houd ingedrukt om de parameterinstellingen te openen (instellingensymbool
brandt).
Snelheidsknop: Draai om de snelheidsinstelling aan te passen (instellings- en snelheidslampjes branden);
draai naar links om te verlagen en naar rechts om te verhogen. Wordt automatisch afgesloten als er
binnen 0,5 seconde geen rotatie plaatsvindt. Tik om de snelheidsregeling te activeren en tik nogmaals om
deze uit te schakelen.
Zoemer: klinkt bij afwijkingen en klinkt 10 keer als de timingfunctie voltooid is.
Gebruiksaanwijzing
1.
Zet de aan/uit-schakelaar aan.
2.
Draai aan de verwarmingsknop; het rode indicatielampje gaat branden, wat aangeeft dat er warmte
wordt afgegeven. Draai de knop naar de gewenste temperatuur en de microcomputer verwarmt
automatisch tot die ingestelde temperatuur.
3.
Draai aan de roerknop; het groene indicatielampje gaat branden, wat aangeeft dat de roermotor
voldoende vermogen levert. De microcomputer versnelt automatisch tot de ingestelde snelheid.
4.
Wees voorzichtig met de verwarmingsplaat nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, want deze kan nog
heet zijn.
Zet de schakelaar aan. Op het display worden de waarden van de temperatuursensor weergegeven, terwijl de
snelheidsindicator op UIT staat. Draai aan de temperatuurknop om de gewenste temperatuur in te stellen en
druk erop om het verwarmen te starten. Als u nogmaals op de knop drukt, stopt het verwarmen. Draai aan de
snelheidsknop om de gewenste snelheid in te stellen en druk vervolgens op de knop om de snelheid geleidelijk
te verhogen totdat de ingestelde waarde is bereikt. Als u nogmaals op de knop drukt, stopt het mixen.
NL