Kabelbeheer
PAS OP: Breng geen verlengsnoeren aan. Breng geen snoeren
aan die het ene werkstation met een ander verbinden.
1
Steek voedings- en monitorkabels door de flexibele
kabelklemmen op de bovenste verbinding (A) van de M8.1.
2
Schuif het afdekkapje (B) van de hoekverbinding af.
3
Leid de kabels in de hoekverbinding en plaats het
afdekkapje terug door te schuiven tot het vastklikt.
4
Leid de kabels door alle resterende armelementen die
in uw configuratie worden gebruikt, volgens dezelfde
procedure die u in stappen 2-3 hebt gevolgd.
Aanpassingen Gewicht
De monitor moet gemakkelijk omhoog en omlaag kunnen
worden bewogen en op zijn plaats blijven.
Als de monitor vanuit de gewenste positie naar beneden
beweegt, of moeilijk omhoog te plaatsen is, moet u de
tegendrukskracht vergroten. Als de monitor uit de gewenste
positie omhoog beweegt, moet u de tegendrukskracht
verlagen.
1
Druk de bovenste verbinding (A) omlaag tot de stelschroef
(B) zichtbaar is.
2
Gebruik de 4 mm inbussleutel om de stelschroef met de
klok mee (naar + ) te draaien om de kracht te vergroten, of
tegen de klok in (naar - )om de kracht te verkleinen. Draai de
stelschroef (B) totdat de monitor in balans is.
3
Beweeg de monitor om er zeker van te zijn dat de
beweging soepel is en de arm de monitor op zijn plaats
houdt.
OPMERKING: Wanneer meerdere van dezelfde monitoren
worden geïnstalleerd, let dan op de positie van de naald in de
indicator (C) bovenop de arm. Stel de andere armen hierop af.
PAS OP: Draai de stelschroef niet te vast aan omdat dat de arm
kan beschadigen.
Monitoren mogen niet zwaarder dan 7 kg zijn
18
Zie pagina 7 , ① ② & ③
Zie pagina 8, ① & ②