8. Reinig de buitenkant met een vochtige doek of met een mengsel van water en een neutraal
schoonmaakmiddel. Droog met een zachte doek.
9. Zet het instrument in elkaar. Raadpleeg
5.3 Gemorste stoffen opruimen
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Chemicaliën en afval dienen te worden afgevoerd in
overeenstemming met de plaatselijke, regionale en nationale voorschriften.
1. Volg alle veiligheidsprotocollen van de installatie op.
2. Voer het afval af volgens de geldende voorschriften.
5.4 Reinigen van de elektrode
Raadpleeg de documentatie van de elektrode voor informatie over het onderhoud van de elektrode.
Hoofdstuk 6 Problemen oplossen
Probleem
De blauwe indicatie-LED is uit.
De tray stopt niet op positie 1 of
bij een andere opgegeven
positie.
De sensorhouder voltooit de
verticale beweging niet.
De bekers zijn niet uitgelijnd.
De sensoren bevinden zich niet
in de juiste positie.
De monsterwisselaar maakt te
veel lawaai wanneer deze wordt
bediend.
De monsterwisselaar werkt niet.
De groene indicatie-LED is uit.
Hoofdstuk 7 Reserveonderdelen en -accessoires
Gevaar voor letsel. Het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan leiden tot letsel, beschadiging
van het instrument of onjuiste werking van apparatuur. De reserveonderdelen in dit hoofdstuk zijn
goedgekeurd door de fabrikant. Gebruik uitsluitend goedgekeurde onderdelen.
136 Nederlands
Het instrument in elkaar zetten
V O O R Z I C H T I G
Mogelijke oorzaak
De tray was handmatig
verplaatst.
De monsterwisselaar
detecteert de beker niet of
detecteert niet dat de tray zich
in positie 1 bevindt.
Er is een interne beschadiging
De tray of een van de modules
was niet correct geïnstalleerd.
Er is een communicatiefout
tussen het instrument en de
PC.
Het instrument krijgt geen
voeding.
W A A R S C H U W I N G
op pagina 130.
Oplossing
Start het instrument of stuur een opdracht
met de software.
Start het instrument opnieuw. Als de staaf
zich niet naar de bovenste positie verplaatst
en de tray op positie 1 stopt, neem dan
contact op met de technische ondersteuning.
Neem contact op met de technische
ondersteuning.
Zorg dat alle onderdelen van het instrument
correct zijn geïnstalleerd.
Onderzoek het instrument en de
instrumentkabels op beschadiging. Zorg dat
de kabels correct zijn aangesloten. Start het
instrument opnieuw. Als er een beschadiging
wordt aangetroffen of het probleem zich blijft
voordoen, neemt u contact op met de
technische ondersteuning.
Zorg dat het instrument voeding krijgt en is
ingeschakeld. Als het instrument voeding
krijgt maar niet start, neemt u contact op met
de technische ondersteuning.