Publicité
NL
Lees deze gebruikershandleiding aandach g door voordat u de kinderwagen gebruikt. Onjuist gebruik van de rolstoel kan leiden tot gezondheidsschade,
letsel of ongevallen. Lees daarom deze handleiding aandach g door om uw rolstoel veilig en succesvol te kunnen gebruiken.
DOELGROEP PATIËNTEN
Personen die lijden aan ziekten, stoornissen of verwondingen voor de behandeling/revalida e of compensa e waarvan dit apparaat bedoeld is
(zie sec e over bedoeld gebruik van het apparaat in deze gebruiksaanwijzing). Het apparaat kan door de gebruiker zelf worden aangescha of op
aanraden van een arts, therapeut of andere specialist. Of u het hulpmiddel nu zelf aanscha of op aanraden van een arts/therapeut/andere specialist,
u moet rekening houden met de beschikbare maten/noodzakelijke func es en varianten van het hulpmiddel, de indica es en contra-indica es voor
gebruik en de door de fabrikant verstrekte informa e.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
• Zorg ervoor dat bij het in- en uitstappen van de rolstoel beide remmen zijn ingeschakeld.
• Als de rolstoel niet wordt geduwd of gebruikt, zorg er dan voor dat beide remmen zijn aangetrokken.
• Wees voorzich g bij het naderen van stoepranden en het maken van bochten op een helling.
• Steile en oneff en oppervlakken moeten worden vermeden, omdat de rolstoel hierdoor kan kantelen.
• Vermijd zachte oppervlakken omdat de wielen kunnen instorten.
• Verplaats de rolstoel onder alle omstandigheden soepel.
• Observeer al jd uw omgeving om gevaren te iden fi ceren, zoals meubels, deuren, kuilen, hellingen, stoepranden, ingangen, enz.
• Houd al jd beide voeten op de voetsteunen en zorg ervoor dat kleding goed is weggestopt en de wielen niet blokkeert.
• Ga al jd voorzich g bergopwaarts.
• Houd al jd beide handen aan de duwhandva en om de rolstoel goed te kunnen besturen (voor de helper).
• Denk er al jd aan om uw evenwicht te bewaren.
• Controleer regelma g het frame en de onderdelen van uw rolstoel en volg al jd de instruc es in deze handleiding jdens en na de garan eperiode.
• Houd de truck uit de buurt van vuurbronnen
• Berg de kar uit de buurt van vuurbronnen.
• De rolstoel mag in geen geval overbelast worden.
• Hang geen zware voorwerpen aan de achterkant van de rolstoel, aangezien dit de stabiliteit van de rolstoel kan beïnvloeden, vooral bij het
beklimmen van hellingen.
• Slechts één persoon mag de rolstoel gebruiken.
• Gebruik de rolstoel niet terwijl de pa ënt bewusteloos is.
• Gebruik geen ander vervoermiddel om de rolstoel voort te duwen.
• Breng de voorwielen niet omhoog jdens het rijden, aangezien dit een val en erns g letsel kan veroorzaken.
• Stap niet in de rolstoel terwijl deze in beweging is.
• Beweeg de rolstoel niet te snel en maak geen plotselinge bochten.
• Rijd niet met de rolstoel over een helling (in welke rich ng dan ook) die groter is dan 7 graden.
• Ga niet op de voetsteunen staan bij het in- of uitstappen van de rolstoel.
• Gebruik de trolley niet om alleen of met een begeleider trappen te beklimmen.
• Probeer de rolstoel niet op te llen met bewegende (demontabele) onderdelen. Tillen met de bewegende delen van de rolstoel kan leiden tot
letsel bij de gebruiker en/of verzorger of schade aan de rolstoel.
• De rolstoel mag niet worden gebruikt met neergeklapte rugleuning. Hierdoor verandert het zwaartepunt van de rolstoel en kan de rolstoel
achterover kantelen. De rugleuning mag alleen worden neergeklapt wanneer de rolstoel wordt opgeborgen of vervoerd.
• Hang geen voorwerpen aan de achterste connector, aangezien dit ertoe kan leiden dat de rugleuning naar beneden klapt en de gebruiker erns g
verwondt.
VEILIGHEID
Ingangen, deuren
De veiligste manier om de rolstoel te bedienen is op een horizontale vloer zonder obstakels. Gebruik indien mogelijk de hellingen bij het betreden of
verlaten van het gebouw. Door uw handen aan de duwhandva en te houden, behoudt u een maximaal evenwicht. Dwing uzelf niet om obstakels te
vermijden door te rijden en gebruik nooit de zijkant van de deur om uzelf weg te duwen.
Voorover leunen
Leun niet naar de zijkant van de rolstoel, omdat u hierdoor uw evenwicht kunt verliezen en kunt vallen.
Navigeren door heuvels
• Draai niet op hellingen in verband met kantelgevaar.
• Ga bij het assisteren recht omhoog. Als u naar beneden moet, loop dan achteruit totdat de gebruiker op een vlakke ondergrond staat.
Stoepranden
• Gebruik indien mogelijk al jd de hulp van een verzorger (als u zich met een verzorger verplaatst, moet de kinderwagen zijn uitgerust met
handva en om te duwen).
• Vermijd zware schokken bij het rijden van de stoeprand. Schokken kunnen de rolstoel nadelig beïnvloeden.
• U mag in geen geval proberen boven de normale hoogte over de stoeprand te klimmen.
• Wees al jd voorzich g bij het nemen van stoepranden of het draaien op een heuvel, en rijd de rolstoel nooit achteruit zonder de hulp van een
begeleider.
Trap
• Er moeten al jd twee of meer voogden worden gebruikt. Kantel de rolstoel tot het evenwichtspunt. Een van de begeleiders (achterin) houdt
de rolstoel op de eerste trede vast met de armen stevig omhoog. De tweede begeleider, die het vaste deel van het voorframe vasthoudt, lt de
rolstoel boven de treden, terwijl de eerste begeleider één voet op de volgende trede plaatst en de handeling herhaalt.
• Het is niet toegestaan trappen in voorwaartse rich ng te nemen.
• Gebruik geen roltrappen. Gebruik een li .
AT52302_ins_multi_001.indd 40
AT52302_ins_multi_001.indd 40
- 40 -
2023-12-27 11:25:46
2023-12-27 11:25:46
Publicité
