TECHNISCHE GEGEVENS
Afkortzaagmachine
Productienummer
Nominaal afgegeven vermogen
Ampère
Onbelast toerental
Zaagblad ø x boring ø
zaagbladdikte
Freesbreedte max.
Verstek 0°/ afschuining 0°
Verstek 45°/ afschuining 0°
Verstek 0°/ afschuining 45°
Verstek 45°/ afschuining 45°
Min. werkstukafmeting
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2014
Ned
De laserstraling die in deze zaag wordt gebruikt is een Klasse II met maximaal P≤1mW λ: 620 ~ 660 nm golflente.
Geluidsinformatie
Meetwaarden vastgesteld volgens EN 62841. Het kenmerkende A-gewogen geluidsniveau van de machine bedraagt:
Geluidsdrukniveau (Onzekerheid K=3dB(A))
Geluidsvermogenniveau (Onzekerheid K=3dB(A))
Draag oorbeschermers!
WAARSCHUWING
De in dit gegevensblad vermelde geluidsemissiewaarde is gemeten volgens
een in EN 62841 gernormeerde testprocedure en kan worden gebruikt voor
de onderlinge vergelijking van gereedschappen. Hij is ook geschikt voor een
eerste beoordeling van de belasting.
De aangegeven geluidsemissiewaarde geldt voor de belangrijkste
toepassingen van het gereedschap. Als het gereedschap echter voor andere
toepassingen of met ander toebehoren wordt gebruikt of onvoldoende wordt
onderhouden, kan de geluidsemissiewaarde variëren. Hierdoor kan de belast-
ing over de gehele werkperiode aanzienlijk stijgen.
Voor een nauwkeurige inschatting van de geluidsbelasting moet tevens
rekening worden gehouden met de tijdstippen waarop het apparaat uitge-
schakeld is of weliswaar loopt, maar niet daadwerkelijk in gebruik is. Hierdoor
kan de belasting over de gehele werkperiode aanzienlijk dalen.
Bepaal aanvullende veiligheidsmaatregelen om de gebruiker te beschermen
tegen de inwerking van lawaai, zoals onderhoud van het gereedschap en het
toebehoren en de organisatie van werkprocessen.
Draag oorbeschermers. Lawaai kan gehoorverlies veroorzaken.
WAARSCHUWING Lees en bekijk alle
veiligheidsaanwijzingen, aanwijzingen, afbeeldingen en
gegevens die u bij het apparaat ontvangt. Als u de volgende
aanwijzingen niet in acht neemt, kunnen een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel het gevolg zijn.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor
toekomstig gebruik.
Nederlands
48
48
MS 216 SB
4745 90 04...
4745 95 04...
... 000001-999999
1800 W
8,4 A
6000 min
-1
216 x 30 mm
1,5 mm
60 x 270 mm
60 x 190 mm
48 x 270 mm
48 x 190 mm
130 x 35 x 2 mm
14,5 kg
90,8 dB (A)
103,8 dB (A)
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR
VERSTEKZAGEN
a) Verstekzagen zijn bestemd voor het zagen van hout of
houtachtige producten. Zij kunnen niet worden gebruikt
met slijpschijven voor het snijden in ijzerhoudende
materialen zoals stangen, staven, tapbouten enz. Slijpstof
en stof kan ertoe leiden dat bewegende delen zoals de onderste
afscherming vast komen te zitten. Vonken door het werken met
slijpschijven kunnen de onderste afscherming, het zaagsnede-
element en andere plastic onderdelen verbranden.
b) Gebruik indien mogelijk klemmen om het werkstuk vast
te zetten. Wanneer het werkstuk met de hand ondersteund
wordt, moet u uw hand altijd aan beide zijden van het
zaagblad op minimaal 100 mm afstand houden. Gebruik
deze zaag niet om stukken te zagen die te klein zijn om
veilig ingeklemd of vastgehouden te worden. Wanneer u
met uw handen te dicht bij het zaagblad komt, neemt het risico op
verwondingen door contact met de zaag toe.
c) Het werkstuk moet onbeweeglijk ingeklemd zijn of tegen
de aanslag en de tafel vastgehouden worden. Beweeg het
werkstuk niet naar het zaagblad toe en zaag op geen enkele
manier "uit de vrije hand". Net vastgezette of bewegende
werkstukken kunnen met hoge snelheid weggeslingerd worden en
letsel veroorzaken.
d) Duw de zaag door het werkstuk heen. Trek de zaag niet
door het werkstuk heen. Om een zaagsnede te maken, tilt
u de zaagkop omhoog en trekt u die boven het werkstuk
zonder te zagen. Start de motor, druk de zaagkop omlaag en
druk de zaag door het werkstuk. Zagen tijdens het naar voren
trekken van de zaag leidt er waarschijnlijk toe dat het zaagblad op
het werkstuk klimt' en dat de zaagbladeenheid met geweld in de
richting van de gebruiker wordt geslingerd.
e) Zat uw hand nooit dwars op de beoogde zaaglijn neer
voor of achter het zaagblad. Het kruiselingse' ondersteunen
van het werkstuk, d.w.z. het werkstuk rechts van het zaagblad
vasthouden met uw linkerhand of vice versa, is zeer gevaarlijk.
f) Kom niet met uw hand(en) achter de afscherming tot op
een afstand van minder dan 100 mm van beide zijden van
het zaagblad om houtsnippers te verwijderen of om welke
andere reden dan ook, terwijl het zaagblad nog draait. De
nabijheid van het draaiende zaagblad tot uw hand valt wellicht niet
op en u kunt ernstig gewond raken.
g) Inspecteer uw werkstuk alvorens te zagen. Wanneer het
werkstuk verbogen of krom is, moet u het inklemmen met
de buitenste ronding naar de aanslag. Zorg er altijd voor dat
er in de lijn van de zaagsnede geen open ruimte / spleet is
tussen het werkstuk, de aanslag en de tafel. Verbogen of ver-
vormde werkstukken kunnen zich draaien of verschuiven en kunnen
het draaiende zaagblad laten vastlopen tijdens het zagen. Er mogen
geen nagels of vreemde voorwerpen in het werkstuk zitten.
h) Gebruik de zaag pas, wanneer alle gereedschappen,
houtresten enz. - behalve het werkstuk - van de tafel verwi-
jderd zijn. Klein vuil, losse stukjes hout of andere voorwerpen die
met het draaiende zaagblad in aanraking komen, kunnen met hoge
snelheid worden weggeslingerd.
i) Zaag slechts een werkstuk tegelijk. Gestapelde werkstukken
kunnen niet adequaat worden vastgezet of ondersteund en kunnen
het blad laten vastlopen of de werkstukken kunnen bij het zagen
verschuiven.
j) Zorg ervoor dat de verstekzaag op een stevige, vlakke on-
dergrond staat, voordat u die in gebruik neemt. Een vlak en
stevig werkblad verlaagt het risico op een instabiele zaagmachine.
k) Plan uw werk. Telkens wanneer u de instelling voor de
afschuining of het verstek wijzigt, dient u zich ervan te ver-
zekeren dat de instelbare aanslag correct ingesteld is, het
werkstuk correct ondersteunt en niet in conflict komt met
het zaagblad of de beveiligingen. Zonder de machine "Aan" te
zetten en zonder werkstuk op de tafel, beweegt u de zaag door een
volledige gesimuleerde zaagbeweging om te controleren dat het
zaagblad geen obstakels tegenkomt en niet in de aanslag snijdt.
l) Zorg voor adequate ondersteuning zoals tafelverlen-
gingen, zaagbokken enz. voor een werkstuk dar breder of
langer is dan het tafelblad. Werkstukken die langer of breder
zijn dan de verstekzaagtafel, kunnen kantelen, wanneer zij niet
veilig ondersteund worden. Wanneer het afgezaagde stuk of het
werkstuk kantelt, kan dit de onderste afscherming optillen of door
het roterende blad worden weggeslingerd.
m) Gebruik nooit iemand anders als vervanging voor een
deugdelijke tafelverlenging of als additionele ondersteu-
ning. Een instabiele ondersteuning voor het werkstuk kan ertoe
leiden dat het zaagblad vastloopt of dat het werkstuk verschuift
tijdens de zaagbewerking, waardoor u met de helper naar het
zaagblad wordt getrokken.
n) Het afgezaagde stuk mag niet op welke manier dan ook
tegen het draaiende zaagblad worden gedrukt of gekneld.
Wanneer het afgezaagde stuk bijv. door stoppers in lengterichting
wordt tegengehouden, kan het tegen het zaagblad worden gedrukt
en met geweld weggeslingerd worden.
o) Gebruik altijd een klem of een bevestiging die ontwor-
pen is voor ondersteuning van ronde materialen zoals
staven en buizen. Staven hebben de neiging om tijdens het zagen
te rollen waardoor het blad in het werkstuk "bijt" en het met uw
hand naar het zaagblad trekt.
p) Laat het zaagblad het volle toerental bereiken, voordat
het contact met het werkstuk maakt. Dit beperkt het risico dat
het werkstuk wordt weggeslingerd.
q) Wanneer het werkstuk of het zaagblad vastlopen,
moet de verstekzaag worden uitgeschakeld. Wacht tot alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en trek de
stekker uit het stopcontact en/of verwijder het accupakket.
Bevrijd vervolgens het vastzittende materiaal. Doorzagen bij
een vastzittend werkstuk kan ertoe leiden dat u de controle verliest
over de zaag of dat die beschadigd raakt.
r) Na afronding van de zaagsnede laat u de schakelaar los,
houdt u de zaagkop omlaag en wacht u tot het zaagblad
stilstaat, voordat u het afgezaagde stuk verwijdert. Het
is gevaarlijk om met uw handen in de buurt van het uitlopende
zaagblad te komen.
s) Houd de handgreep stevig vast, wanneer u een
onvolledige zaagsnede maakt of wanneer u de schakelaar
loslaat, voordat de zaagkop helemaal in de onderste positie
is gekomen. De afremming van de zaag kan ertoe leiden dat de
zaagkop plotseling naar beneden getrokken wordt en daardoor een
risico op letsel oplevert.
Verdere veiligheids- en werkinstructies
Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Draag altijd een veilig-
heidsbril. Het dragen van persoonlijke beschermende uitrusting zo-
als een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het
elektrische gereedschap, vermindert het risico van verwondingen.
Draag oorbeschermers. Lawaai kan gehoorverlies veroorzaken.
Stof die vrijkomt tijdens het werken vormt vaak een gevaar voor de
gezondheid en mag niet met het lichaam in aanraking komen. Ma-
chines met stofafzuiging gebruiken en tevens geschikte stofmaskers
dragen. Vrijgekomen stof grondig verwijderen resp. opzuigen.
Sluit de zaag aan op een stofzuiger als u hout zaagt.
Voordat u de machine de eerste keer gaat gebruiken, is het
raadzaam de gebruiksaanwijzing zorgvuldig te lezen en u zich te
verdiepen in de toepassingsmogelijkheden van deze machine.
Waarborg dat de machine altijd veilig staat (bijv. op de werkbank
bevestigen).
Gebruik geen zaagbladen die beschadigd of vervormd zijn.
Zaagbladen, waarvan de gegevens niet overeenkomen welke in de
gebruiksaanwijzing staan, mogen niet gebruikt worden.
Er mag alleen gereedschap worden gebruikt dat in overeenstem-
ming is met de norm EN 847-1.
Gebruik geen zaagbladen van sneldraaistaal.
Kies een geschikt zaagblad voor het te zagen materiaal.
Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap moet minstens
even hoog zijn als het maximale toerental dat op het elektrische
gereedschap is aangegeven.
Nederlands
49
49
Ned