Lege pannen of pannen met een dun-
ne bodem
Gebruik geen lege pannen of pannen
met een dunne bodem op de kookplaat,
omdat de temperatuur daardoor niet ge-
regeld kan worden of de kookzone auto-
matisch uitgeschakeld wordt als de tem-
peratuur te hoog is, waardoor de pan of
het oppervlak van de kookplaat bescha-
digd kan raken.
Als dit gebeurt, raak dan niets aan en
wacht tot alle onderdelen zijn afgekoeld.
Als een foutmelding verschijnt, raad-
14. PROBLEEM OPLOSSEN
Foutcode
Beschrijving
De kookplaat gaat na 10
seconden uit.
ER21
De kookplaat gaat uit.
E2
De desbetreffende kook-
zone gaat uit.
E3
De desbetreffende kook-
zone gaat uit.
E6
De kookzone gaat niet
aan.
E8
De kookzones gaan uit.
EH
De desbetreffende kook-
zone gaat uit.
Overspanning door een onjuiste elektrische
U400
aansluiting.
62
pleeg dan het deel 'Oplossen van proble-
men'.
Nuttige aanwijzingen/ tips
Geluiden tijdens de werking
Bij inschakeling van een kookzone kan
een kort gezoem hoorbaar zijn. Dit is een
typisch verschijnsel van glaskeramische
kookzones en heeft geen invloed op de
werking of op de levensduur van het ap-
paraat. Het geluid kan afhankelijk zijn
van de gebruikte pan. Als er sprake is
van een sterke storing, kan het nuttig zijn
om de pan te vervangen.
Mogelijke oorzaak van de storing
Continue activatie van de toetsen ge-
detecteerd.
Water of pan op het bedieningspaneel.
De temperatuur in de elektronische
componenten is te hoog.
Pan leeg of ongeschikt.
Temperatuur van het oppervlak van
pan of glaskeramische plaat is te
hoog.
Temperatuur van de elektronische
componenten te hoog.
Pan niet geschikt.
De pan verliest zijn magnetische ei-
genschappen en kan schade aan de
inductiekookplaat veroorzaken.
Voedingsspanning en/of frequentie
buiten bereik buiten bereik.
Ventilator kapot.
Ventilator verstopt door stof of vuil.
Kookzone temperatuursensor geblok-
keerd.
Er wordt geen voldoende temperatuur-
wijziging gedetecteerd na de inschake-
ling van de kookplaat.
Oplossing
Verwijder het water of de pan van het
glaskeramische oppervlak en van het
bedieningspaneel.
Laat de kookplaat afkoelen.
Controleer of de kookplaat voldoende
ventilatie heeft.
Als de fout blijft bestaan, neem dan
contact op met de servicedienst.
Laat de kookplaat afkoelen.
Gebruik een geschikte pan.
Geen lege pannen verwarmen.
Gebruik een geschikte pan.
De fout wordt na 8 seconden automa-
tisch opgeheven en de kookzone kan
opnieuw worden gebruikt.
In geval van verdere fouten moet het
fornuis worden vervangen.
Als de fout blijft bestaan, neem dan
contact op met de servicedienst.
Controleer de netspanning en/of de
frequentie.
Neem indien nodig contact op met de
servicedienst.
Maak de ventilator schoon en verwij-
der eventuele vreemde voorwerpen.
Als de fout blijft bestaan, neem dan
contact op met de servicedienst.
Schakel de kookplaat uit, laat hem af-
koelen en schakel hem weer in.
Als de fout blijft bestaan, neem dan
contact op met de servicedienst.
Koppel de kookplaat los van de
stroomvoorziening.
Sluit de kookplaat weer aan in over-
eenstemming met het geleverde sche-
ma.
Als de fout blijft bestaan, neem dan
contact op met de servicedienst.