ACCESSOIRES
Gebruik alleen potten en pannen van ferromagnetisch materiaal dat geschikt is
voor inductiekookplaten. Controleer op de aanwezigheid van het symbool
(dat meestal op de onderkant gedrukt is) om te bepalen of de pan geschikt is. Er
kan ook een magneet worden gebruikt om te controleren of de bodem van het
kookgerei magnetisch is.
KOOKGEREI
MATERIAAL
Aanbevolen
De
basis
kookgerei
van
roestvrij
s a n d w i c h o n t w e r p ,
geëmailleerd staal of gietijzer.
De basis is niet volledig
Geschikt
kookgerei
ferromagnetisch (de
magneet blijft slechts in een
deel van de pan vastzitten).
De ferromagnetische basis
Geschikt
bevat gebieden met aluminium
kookgerei
of heeft een verzonken gebied
in het midden.
Niet geschikt
Normaal dun staal,
glas, klei, koper,
aluminium en andere
niet-ferromagnetische
materialen, kookgerei met
rubberen voetjes.
OPMERKING: Alle kookgerei moet een vlakke bodem hebben. Controleer
de basis regelmatig op tekenen van kromtrekken omdat sommige pannen
kunnen vervormen door grote hitte.
ADAPTERS VOOR POTTEN/PANNEN DIE ONGESCHIKT ZIJN VOOR
INDUCTIE
Het gebruik van adapterplaten beïnvloedt de e ciëntie en verlengt daardoor
de tijd die nodig is om water of voedsel te verwarmen. Zorg ervoor dat de
ferromagnetische diameter van de panbodem uitgelijnd is met zowel de
diameter van de adapterplaat als de diameter van de kookzone. Als deze
metingen niet overeenkomen, kan dit de e ciëntie en prestaties aanzienlijk
verlagen. Als u deze richtlijnen niet volgt, kan er warmte worden opgebouwd
EERSTE GEBRUIK
POWER MANAGEMENT VERMOGENSREGELING
Op het moment van de aankoop is de kookplaat ingesteld op het maximale
vermogen. Regel de instelling op basis van de limieten van de elektrische
huisinstallatie zoals beschreven wordt in de volgende paragraaf.
OPMERKING: Afhankelijk van het geselecteerde kookplaatvermogen kunnen
sommige vermogenniveaus en functies van de kookzone (bijv. koken of
snel opwarmen) automatisch beperkt worden, om te voorkomen dat de
geselecteerde limiet overschreden wordt.
Het vermogen van de kookplaat instellen:
Zodra het apparaat op het elektriciteitsnet is aangesloten, kunt u het vermogen
binnen 60 seconden instellen.
De toets "+" minstens 3 seconden ingedrukt houden. Op het display
verschijnt "PL".
Druk op
om te bevestigen.
Gebruik de toetsen "+" en "−" om het gewenste vermogen in te stellen.
De beschikbare vermogens zijn: 2,5 kW – 4,0 kW – 6,0 kW – 7,2 kW.
Bevestig met de toets
.
EIGENSCHAPPEN
is
gemaakt
Zorgt voor optimale efficiëntie,
staal
met
warmt snel op en verdeelt de
warmte gelijkmatig.
Alleen het ferromagnetische
gedeelte warmt op. Hierdoor
kan het zijn dat de pan minder
snel opwarmt en dat de warmte
minder
gelijkmatig
verdeeld.
Het ferromagnetische oppervlak
is kleiner dan het eigenlijke
oppervlak van de bodem van
het kookgerei. Hierdoor wordt
mogelijk
minder
geleverd en wordt kookgerei
mogelijk niet voldoende verhit.
Kookgerei wordt mogelijk niet
gedetecteerd.
Kookgerei
wordt
gedetecteerd en warmt niet
op.
die niet e ectief wordt doorgegeven aan de pan of pot, waardoor de plaat en
de kookplaat mogelijk zwart worden.
LEGE POTTEN EN PANNEN
De kookplaat is uitgerust met een intern veiligheidssysteem dat de functie
"Automatisch uitschakelen" activeert wanneer een te hoge temperatuur wordt
gedetecteerd. Het gebruik van lege potten en pannen met een dunne bodem
wordt afgeraden. Als u dit doet, kan de temperatuur echter sneller stijgen dan
de tijd die nodig is om de functie "Automatisch uitschakelen" tijdig te activeren,
met het risico dat de pan of het oppervlak van de kookplaat beschadigd
raakt. Raak de pan of de kookplaat niet aan als dit gebeurt en wacht tot alle
onderdelen zijn afgekoeld. Als er een foutmelding wordt weergegeven, belt u
het Servicecentrum.
GESCHIKT FORMAAT PAN/BODEM VOOR DE VERSCHILLENDE
KOOKZONES
Gebruik pannen met een geschikte bodemdiameter voor elke zone (zie
wordt
de onderstaande tabel) om te zorgen dat de kookplaat goed werkt. Let op:
fabrikanten van kookgerei geven vaak de diameter van de bovenkant van het
kookgerei aan, in plaats van de diameter van de onderkant.
Om ervoor te zorgen dat de kookplaat met de verwachte prestaties werkt, moet
u altijd een kookzone gebruiken met een grootte die overeenkomt met de
ferromagnetische grootte van de pan.
vermogen
Zet de pan/pot zo neer dat hij goed in het midden van de gebruikte
bereidingszone staat. Het wordt aanbevolen om geen potten te gebruiken die
groter zijn dan de grootte van de kookzone.
niet
2
1
Opmerking: Wanneer voedsel bereid wordt waarvoor een perfecte warmteverdeling
nodig is (bijv. pannenkoeken) en om snel te bereiden (bijv. aan de kook brengen),
gebruikt u de bereidingszone zoals aangeduid hieronder in de tabel.
Pannenkoek
Test volgens EN 50304/EN60350 § 7.3
Koken
Test volgens EN 50304/EN60350 § 7.1
Het geselecteerde vermogen blijft ook bij stroomuitval in het geheugen.
Trek de stekker minstens 60 seconden uit het stopcontact, steek de
stekker weer in het stopcontact en herhaal bovenstaande stappen om het
vermogen te wijzigen.
Als er zich tijdens het instellen een fout voordoet, verschijnt het symbool "EE"
en hoort u een pieptoon. Herhaal de handeling als dit gebeurt.
Als dit ook niet helpt, adviseren wij u contact op te nemen met de klantenservice.
GELUIDSSIGNAAL AAN/UIT
Het geluidssignaal inschakelen/uitschakelen:
•
Sluit de kookplaat op de netvoeding aan;
•
Wacht op de inschakelsequentie;
•
Druk binnen 60 seconden gelijktijdig op de toetsen "+" en
tenminste 5 seconden.
DEMO-MODUS (opwarmen uitgeschakeld, zie deel "Probleemoplossing")
Om de demo-modus in en uit te schakelen:
•
Sluit de kookplaat op de netvoeding aan;
•
Wacht op de inschakelsequentie;
KOOKGEREIGEBRUIK PER ZONE
Kookgerei met
4
Zone
geschikte vorm
1
Rond
3
2
Rond
3 (binnen)
Rond
4 (buiten)
Rond
Geschikt
ferromagnetisch
bodem (cm)
10
15
10
24
gedurende