•
Gevaren: Als deze uitrusting in zones met omgevingsgevaar wordt gebruikt, zijn er mogelijk extra maatregelen
nodig om de kans op letsel of schade aan de uitrusting te verkleinen. De gevaren kunnen bestaan uit, maar
zijn niet beperkt tot: hitte, bijtende chemicaliën, corrosieve omgevingen, hoogspanningsleidingen, explosieve
of giftige gassen, bewegende machines en materiaal boven het hoofd dat kan vallen en de gebruiker of het
valstopsysteem kan raken. Vermijd werkzaamheden in situaties waarin uw lijn de lijn van een collega kan kruisen
of daarmee verstrengeld kan raken. Vermijd werkzaamheden waarbij een object kan vallen en de lijn kan raken,
waardoor het risico ontstaat van het verlies van uw evenwicht of schade aan de lijn. Voorkom dat de lijn onder de
armen of tussen de benen door loopt.
2.0
GEBRUIK
2.1
VALBEVEILIGINGS- EN REDDINGSPLAN: De werkgever dient over een valbeveiligings- en reddingsplan
te beschikken. Het plan moet richtlijnen en vereisten bevatten voor een door de werkgever beheerd
valbeveiligingsprogramma, inclusief beleidslijnen, taken en training; valbeschermingsprocedures; het elimineren
en beheersen van valgevaren; reddingsprocedures; incidentonderzoeken; en evaluatie van de effectiviteit van het
programma.
2.2
REGELMAAT VAN INSPECTIE: De lijnen moeten worden geïnspecteerd door de werknemer
Daarnaast dienen inspecties te worden uitgevoerd door een deskundige
werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen vereisen dat de frequentie van inspecties
door deskundigen wordt opgevoerd. De deskundige dient passende inspectiefrequenties te bepalen. De
inspectieprocedures zijn beschreven in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" (tabel 2). De resultaten van de
inspectie door de deskundige moeten worden vastgelegd in het Logboek voor inspectie en onderhoud of worden
geregistreerd via het radiofrequentie-identificatiesysteem (RFID-systeem).
2.3
LICHAAMSONDERSTEUNING: Er moet een volledig lichaamsharnas met de lijn gebruikt worden. Het
verbindingspunt van het harnas moet boven het zwaartepunt van de gebruiker liggen. Er mag geen lichaamsgordel
met de lijn gebruikt worden. Als er een val plaatsvindt met een lichaamsgordel, kan deze onbedoeld losschieten en
lichamelijk trauma veroorzaken door onjuiste lichaamsondersteuning.
2.4
COMPATIBILITEIT VAN ONDERDELEN: Tenzij anders aangegeven, is 3M-apparatuur ontworpen voor gebruik
met alleen door 3M goedgekeurde onderdelen en subsystemen. Substituties of vervangingen door middel van niet-
goedgekeurde onderdelen of subsystemen kunnen de compatibiliteit van apparatuur in gevaar brengen en kunnen de
veiligheid en betrouwbaarheid van het volledige systeem beïnvloeden.
2.5
COMPATIBILITEIT VAN CONNECTORS: Connectors worden als compatibel met verbindende elementen beschouwd
wanneer deze zijn ontwikkeld om op een zodanige manier samen te werken dat de maten en vormen, ongeacht
hun oriëntatie, geen onbedoeld opengaan van snappermechanismen veroorzaken. Neem contact op met 3M als u
vragen hebt over compatibiliteit. Connectors (haken, karabiners en D-ringen) moeten in staat zijn om ten minste 22
kN (5.000 lbs) te dragen. Connectors moeten compatibel zijn met de verankering of andere systeemcomponenten.
Gebruik geen apparatuur die niet compatibel is. Verbindingen die niet compatibel zijn, kunnen onbedoeld losraken (zie
afbeelding 6). Connectors moeten compatibel zijn qua grootte, vorm en sterkte. Zelfvergrendelende musketonhaken
en karabiners zijn vereist. Als het verbindingselement waaraan de musketonhaak of karabiner bevestigd wordt, te
klein of onregelmatig van vorm is, kan er een situatie optreden waarbij het verbindingselement kracht uitoefent op
de opening van de musketonhaak of karabiner (A). Door deze kracht kan de opening (B) opengaan, waardoor de
musketonhaak of karabiner kan losraken van het verbindingspunt (C).
2.6
VERBINDINGEN MAKEN: Met deze apparatuur mogen alleen zelfvergrendelende musketonhaken en karabiners
gebruikt worden. Zorg ervoor dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Gebruik geen
apparatuur die niet compatibel is. Controleer of alle verbindingen volledig gesloten en vergrendeld zijn. 3M-connectors
(musketonhaken en karabiners) zijn ontworpen om alleen gebruikt te worden zoals in de gebruikersinstructies van
elk product vermeld staat. Zie afbeelding 7 voor voorbeelden van onjuiste verbindingen. Verbind musketonhaken of
karabiners niet:
A.
Aan een D-ring waaraan al een andere verbinding bevestigd is.
B.
Op een manier waardoor er een belasting op de opening komt te staan. Musketonhaken met een grote
halsopening mogen niet worden verbonden met standaardformaat D-ringen of vergelijkbare voorwerpen. Dit
resulteert in een belasting van de snapper als de haak of D-ring (rond)draait, tenzij de musketonhaak is voorzien
van een snapper die geschikt is voor 16 kN (3600 lb).
C.
Bij een foutieve verbinding, waarbij de grootte of vorm van de bijpassende verbindingsstukken niet compatibel
zijn en zonder visuele bevestiging lijken de verbindingsstukken volledig verbonden.
D.
Aan elkaar.
E.
Direct aan singelband of touwlijn of terugbindlijn (tie-back) - tenzij de instructies van de fabrikant een dergelijke
verbinding voor zowel de lijn als de connector specifiek toestaan.
F.
Aan elk object dat een zodanige vorm of dimensie heeft dat de musketonhaak of karabiner niet dicht en op slot
kan gaan, of daar waar uitrollen kan optreden.
G.
Op een manier die de connector onder belasting geen correcte positie laat innemen.
1 Werknemer: Elke persoon die beschermd is tegen vallen door een actief valbeschermingssysteem; of, in het geval van een valstopsysteem; een persoon die kan
vallen terwijl hij aan het systeem is bevestigd.
2Deskundige persoon: Een persoon die door zijn werkgever is aangeduid als verantwoordelijke voor de directe supervisie, uitvoering en opvolging van het door
de werkgever beheerde programma voor valbescherming, die op basis van zijn opleiding en kennis in staat is om de bestaande en potentiële valrisico's te
identificeren, te evalueren en aan te pakken, en die van de werkgever de bevoegdheid heeft gekregen om onmiddellijk corrigerende maatregelen te nemen in
verband met dergelijke risico's.
anders dan de gebruiker. Extreme
2
167
vóór elk gebruik.
1