•
Tijdelijke installatie van de luchtafvoerslang: Monteer de luchtafvoerslang adapter voor het raam aan de
luchtafvoerslang en leid de slang met de luchtafvoerslang uit het raam (zie afb 3 en 4).
•
Installatie van de uitlaatgasslang met een muurdoorbraak: Boor a.u.b. een gat in een buitenmuur. Let
erop dat de MIN/MAX-afmetingen voor de gatmaat en de positie ervan in acht worden genomen (zie
afb. 5 en 6). Steek de meegeleverde adapter met het deksel voor de wanddoorbraak in het gat en sluit
de adapter aan op de uitlaatslang. Als het apparaat niet in gebruik is, kunt u het gat afdekken met de
afdekking op de adapter.
•
Let erop dat de luchtuitlaat niet geblokkeerd is, om beschadigingen van het apparaat te voorkomen.
•
De luchtafvoerslang mag niet geknikt worden.
Afb. 1
Afb. 4
Bedienveld
1. Power
2. Wijze
3. Ventilatorwijze
4. Temperatur / Timer omhoog / omlaag
5. Water vol
6. Weergave
7. Schommeling
1. POWER: De knop indrukken om het apparaat in resp. uit te schakelen.
2. MODUS: Na het inschakelen van het apparaat de modus-knop indrukken om tussen koel-,
ontvochtigings- en ventilatormodus te wisselen.
Afb. 2
Afb. 5
Afb. 3
Afb. 6