MACHEREY-NAGEL NANOCOLOR Advance Mode D'emploi Simplifié page 76

Stap 6: Resultaat weergeven
Afb. 8: Resultaatweergave
Mocht het resultaat van de meting buiten het meetbereik van de gebruikte testkit liggen,
dan wordt het resultaat weergegeven met "< meetbereik" resp. "> meetbereik". Onder
het resultaat wordt tussen vierkante haakjes een geschatte waarde getoond.
Stap 7: Monsterinformatie invoeren
Afb. 9: Monsterinformatie
Extinctie meten
Afb. 10: Invoer golflengtes
Spectrofotometer NANOCOLOR
76
Er klinkt een geluidssignaal bij einde meting.
Het meetresultaat verschijnt op het display
(Afb. 8). Behalve het meetresultaat wordt af‑
hankelijk van de instellingen ook informatie
over golflengte, extinctie en storende troebel‑
heid weergegeven.
Als er voor een methode meerdere resultaten
beschikbaar zijn, dan worden deze in de vorm
van tabbladen naast elkaar weergegeven.
OPMERKING
Onder het meetresultaat bevinden zich de
pictogrammen voor het invoeren van de mon‑
sterinformatie. Af fabriek is hier de informatie
voor kommentar, monsterplaats en verdun‑
ning ingesteld.
Wijzigen van deze selectie en invoeren van de
monsterinformatie kan via het pictogram
Via schuifknoppen kunt u verdere monsterin‑
formatie invoeren. (Afb. 9).
De ingevoerde informatie wordt samen met
het meetresultaat opgeslagen.
Een extinctiemeting kan binnen het golfleng‑
tebereik van 340–800 nm voor maximaal 20
verschillenden golflengtes tegelijkertijd wor‑
den uitgevoerd. Door Basisfuncties > Extinc-
tie te kiezen kunnen de gewenste golflengtes
worden ingevoerd via
uw invoer met Enter. De ingevoerde waarde
wordt overgenomen in de lijst. De meting
wordt gestart door op
Plaats de kuvet met de nuloplossing en druk
op . Plaats vervolgens de kuvet met het
monster en druk op
Advance 1.2, 04.2024
®
λ
(Afb. 10). Bevestig
te drukken.
.
.