1
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie moet een inrichting worden aangebracht,
die het mogelijk maakt het apparaat met een contactopeningswijdte
van min. 3 mm met alle polen van het net te scheiden.
Geschikte scheidingsinrichtingen zijn bijv. automatische zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de fitting geschroefd worden), aard-
lekschakelaar en veiligheidsschakelaars.
• Dit apparaat voldoet wat betreft brandbeveiliging aan type Y (EN 60
335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan één zijde tegen
daarnaast staande hoge kasten of wanden ingebouwd worden.
• Er mogen geen laden onder de kookplaat gemonteerd worden.
• Bescherming tegen aanraken moet door de inbouw gegarandeerd
zijn.
• De stabiliteit van de inbouwkast moet aan DIN 68930 voldoen.
• Als bescherming tegen vocht moeten alle uitgezaagde snijvlakken
met geschikt afdichtmateriaal worden beschermd.
• Bij betegelde werkbladen moeten de voegen bij het kookgedeelte ge-
heel met voegenmateriaal opgevuld zijn.
• Bij natuurstenen, kunststenen of keramische bladen moeten de
springveren met geschikte kunsthars- of tweecomponentenlijm ver-
lijmd worden.
• De afdichting controleren op correcte positie en op eventuele gaten.
Er mag geen extra siliconenafdichting aangebracht worden, omdat
dit het uitbouwen bij service bemoeilijkt.
• Voorkom het plaatsen van het apparaat direct naast deuren of onder
ramen. Openklappende deuren en openspringende ramen kunnen an-
ders het kookgerei van de kookplaat stoten.
• Voor demontage moet de kookplaat er van onderen uitgedrukt wor-
den.
• Het werkblad op de plaats van de uitsnijding reinigen.
• Plak het meegeleverde eenzijdig zelfklevende afdichtband rondom de
onderkant van de kookplaat langs de buitenste rand van de glaskera-
mische plaat. Rek het afdichtband daarbij niet uit. De plaats van het
punt waar de tape samenkomt dient in het midden van één van de
zijden te liggen. Na het op maat maken (met enige mm speling) de
beide uiteinden koud tegen elkaar aan drukken.
101