5. Draai het product om en verwijder het materiaal aan
de andere kant.
6. Zorg ervoor dat alle zaagtanden dezelfde lengte
hebben.
Algemene informatie over hoe u de hoogte
van de dieptesteller aanpast.
De hoogte van de dieptesteller (C) neemt af wanneer u
de zaagtanden (A) slijpt. Voor maximale zaagprestaties
moet u de vijlresten verwijderen van de dieptesteller
(B), zodat de dieptesteller de juiste hoogte heeft. Zie
Accessoires op pagina 486 voor instructies over hoe u
voor de juiste hoogte van de dieptesteller zorgt voor uw
zaagketting.
(Fig. 133)
WAARSCHUWING:
dieptesteller vergroot het terugslagrisico van
de ketting!
Hoogte van de dieptesteller aanpassen
Voordat u de dieptesteller gaat instellen of de
zaagtanden gaat slijpen, raadpleegt u
slijpen op pagina 481 voor instructies. We raden aan de
snijdiepte bij te stellen na elke derde kettingslijpbeurt.
We raden u aan onze dieptesteller voor de tanddiepte te
gebruiken, om de juiste maat voor de tanddiepte en de
juiste hoek van de dieptestellernok te krijgen.
(Fig. 134)
1. Gebruik een platte vijl en een dieptestelgereedschap
om de hoogte van de dieptesteller aan te passen.
Gebruik alleen een door Husqvarna aanbevolen
dieptestelgereedschap om de juiste tanddiepte en
diepte-instelling te verkrijgen.
2. Plaats de dieptesteller op de zaagketting.
Let op:
Zie de verpakking van de dieptesteller
voor meer informatie over het gebruik.
3. Gebruik de platte vijl om het gedeelte van
de dieptesteller te verwijderen dat boven de
dieptesteller uitsteekt. (Fig. 135)
De spanning van de zaagketting
afstellen
WAARSCHUWING:
zaagketting die niet correct is gespannen,
kan losschieten uit het zaagblad en ernstig
of dodelijk letsel veroorzaken.
Een zaagketting rekt uit tijdens gebruik. Stel de
zaagketting regelmatig af. Controleer de kettingspanning
elke keer als u de kettingolie bijvult.
482
Let op:
inloopperiode waarin de spanning vaker moet worden
gecontroleerd.
De spanning van de zaagketting afstellen (met
zaagbladknop)
1. Klap de knop naar buiten tot deze opent. (Fig. 136)
2. Draai de knop linksom om de afdekking van het
kettingaandrijfwiel los te maken. (Fig. 137)
3. Draai het kettingspannerwiel om de spanning op de
zaagketting af te stellen. De zaagketting moet strak
tegen de geleider liggen. (Fig. 138)
Let op:
spanning en omhoog (-) voor minder spanning.
Een te hoge
4. Controleer of de zaagketting gemakkelijk met de
hand kan worden rondgedraaid en of deze niet
doorhangt aan de onderkant van het zaagblad. (Fig.
139)
5. Draai de knop rechtsom om de zaagbladknop vast te
draaien. (Fig. 140)
De zaagtanden
6. Klap de knop in om de spanning vast te zetten. (Fig.
141)
De spanning van de zaagketting afstellen (met
zaagbladbout)
1. Draai de zaagbladmoer los waarmee de afdekking
van het kettingaandrijfwiel is bevestigd. Gebruik de
combinatietang. (Fig. 142)
2. Til de voorkant van de geleider op en draai
de stelschroef van de ketting aan. Gebruik de
combinatietang.
3. Span de zaagketting totdat deze strak tegen de
geleider zit. (Fig. 143)
4. Draai de zaagbladmoer vast met de
combinatiesleutel en til hierbij tegelijkertijd de
voorzijde van het zaagblad omhoog. (Fig. 144)
5. Controleer of de zaagketting gemakkelijk met de
hand kan worden rondgedraaid en of deze niet
doorhangt aan de onderkant van het zaagblad. (Fig.
139)
Let op:
positie van de kettingspanschroef op uw product.
Een
Smering van de zaagketting
controleren
Controleer de smering van de zaagketting na elke derde
keer dat u de accu oplaadt.
1. Start het apparaat en laat het draaien op driekwart
van het maximale vermogen. Houd het zaagblad
ongeveer 20 cm (8 inch) boven een lichtgekleurd
oppervlak.
Een nieuwe zaagketting heeft een
Draai het wiel omlaag (+) voor meer
Productoverzicht op pagina 463 voor de
Zie
1860 - 007 - 09.01.2024