NL
Menu-items en waarden kunnen per regio verschillen.
x
Menu Faxen
Instellingen
Resolutie, Contrast, Dubbelzijdig scannen *¹,
faxverzending
Instellen als standaard
Instellingen
Maken, Bewerken, Verwijderen
snelkiezen
Instellingen
Maken, Bewerken, Verwijderen
groepskiezen
Afdrukinstellingen
Autom. verkleinen *², Rapport laatste
fax
verzending *³
Communicatie
Kiesmodus *⁴, DRD *⁵, ECM *⁶, V.34 *⁷,
Beltonen *⁸, Kiestoondetectie *⁹
Faxverbinding controleren
Kop
Faxkop, Uw telefoonnummer
Fax later verzenden Uit, Aan
Groepsfax
& 75
R
Polling
& 86
R
Faxrapport
Faxlog *¹⁰, Laatste verzending *¹¹,
Snelkieslijst, Groepskieslijst, Faxen opnieuw
afdrukken *¹², Protocoltracering *¹³
Onderhoud
& 114
R
*1 Afhankelijk van het model is deze functie mogelijk niet beschikbaar.
& 12
R
*2 Geeft aan of ontvangen faxen die groter zijn dan A4-formaat, tot
A4-formaat moeten worden verkleind of met het originele formaat op
meerdere vellen moeten worden afgedrukt.
*3 Geeft aan of een rapport moet worden afgedrukt voor de vorige
verzonden fax. Selecteer Bij fout om alleen rapporten af te drukken
wanneer een fout optreedt. Selecteer Bij verzenden om rapporten af
te drukken voor elke fax.
*4 Geeft aan op welk type telefoonsysteem dit apparaat is aangesloten.
Afhankelijk van de regio wordt dit menu mogelijk niet weergegeven.
*5 Geeft aan welk type belpatroon u wilt gebruiken om faxen te
ontvangen. Als u een andere optie dan Alle (of Uit) wilt selecteren,
moet u uw telefoonsysteem instellen op het gebruik van verschillende
belpatronen. Deze optie kan Aan of Uit zijn, afhankelijk van de regio.
*6 Geeft aan of de foutcorrectiemodus moet worden gebruikt om
automatisch verzonden/ontvangen faxgegevens te corrigeren die
fouten bevatten door problemen met de verbinding of andere
problemen. Kleurenfaxen kunnen niet worden verzonden/ontvangen
wanneer ECM is uitgeschakeld.
*7 Geeft aan met welke snelheid u faxen verzendt en ontvangt. Aan
betekent 33,6 kbps en Uit betekent 14,4 kbps.
*8 Afhankelijk van de regio wordt deze instelling mogelijk niet
weergegeven.
*9 Wanneer deze optie is ingesteld op Aan, begint het apparaat met
kiezen zodra het een kiestoon waarneemt. Mogelijk kan het apparaat
geen kiestoon waarnemen wanneer een PBX (bedrijfstelefooncentrale)
of een TA (Terminal Adapter) is aangesloten. Stel deze optie in
dat geval in op Uit. Daardoor kan echter het eerste cijfer van een
faxnummer wegvallen, waardoor de fax naar het verkeerde nummer
wordt gezonden.
*10 Drukt het communicatielog af of geeft het weer.
*11 Drukt een communicatielog af voor de vorige verzending of de vorige
ontvangen polling-resultaten.
*12 Drukt opnieuw af vanaf de laatste ontvangen fax. Wanneer het
geheugen vol is, worden de oudste faxen het eerste gewist.
*13 Drukt het protocol voor de meest recente communicatie af.