GASBARBEQUE ONDERHOUDEN
Brand- en explosiegevaar
Reparaties en onderhoud aan de gasinstallatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een
•
geautoriseerde vakman. Verander zelf niets aan de gasbarbecue of aan de drukregelaar.
Vervang de drukregelaar en de slang uiterlijk na 10 jaar, ook als er geen beschadigingen aan de
•
buitenkant te zien zijn.
Minstens eenmaal per jaar moet een routine-inspectie van het gassysteem worden uitgevoerd
•
om te controleren op mogelijke slijtage, veroudering of beschadiging die een gaslek kan
veroorzaken.
Let er goed op dat de drukregelaar is toegestaan voor het gas dat je wilt gebruiken en dat deze
•
op de juiste uitgangsdruk is ingesteld (zie TECHNISCHE GEGEVENS).
Een nieuwe gasslang mag niet langer zijn dan 1,5 meter. Elke nieuwe drukregelaar en slang
•
moet voldoen aan EN 16129, EN 16436-1 en nationale regelgeving.
MAATREGELEN BIJ GASLUCHT
Draai de gaskraan dicht, doof alle open vlammen en open het deksel.
•
Als je nog steeds gas ruikt, ga dan op ruime afstand van de barbecue staan en bel je gasbedrijf
•
of de brandweer.
Voer een lektest uit zoals beschreven in deze handleiding.
•
MAATREGELEN BIJ BRAND
Breng eerste alle personen in veiligheid! Draai, indien mogelijk, de gaskraan van de gasfles
•
dicht. Koel de gasfles met water. Let daarbij goed op je eigen veiligheid. Het is mogelijk dat het
gasmengsel spontaan op een explosieve manier opnieuw vlam vat.
Verwijder bij brand de gevulde gasflessen uit het brandgevaarlijke gebied. Als dit niet mogelijk
•
is, dan moeten de gasflessen tegen overmatige verhitting worden beschermd door ze van een
veilige afstand met water of een ander geschikt middel te besproeien.
Als er vetbrand uitbreekt, probeer dan de branders uit te schakelen. Sluit het deksel totdat het
•
vuur is gedoofd.
LET OP: Probeer een olie- of vetbrand nooit met water te blussen. Gebruik altijd de daarvoor
•
bestemde brandblussers, zoals vetblussers en/of blusdekens. Vraag een gespecialiseerde
vakhandel om meer informatie.
Houd afstand van de brandhaard en waarschuw onmiddellijk de brandweer.
•
TRANSPORTINSTRUCTIES
Brand- en explosiegevaar
Vervoer de gasfles liever niet in voertuigen waarbij de kofferbak niet is afgezonderd van de
•
bestuurderscabine. De bestuurder moet op de hoogte zijn van de gevaren m.b.t. de lading en
moet weten wat er bij een ongeval moet gebeuren.
Vervoer de gasfles staand en zorg ervoor dat de fles niet kan wegglijden of omvallen.
•
Let er goed op dat de gaskraan van de gasfles dicht is.
•
6