9 PROBLEEMOPLOSSING
FAULT
Het programma start
niet.
Er blijft water in de
vaatwasser staan.
De vaatwasser stop
tijdens het afwassen.
De vaatwasser schudt
en schokt tijdens de
werking
Er blijven voedselresten
achter op de vaat.
MOGELIJKE OORZAAK
De stekker van uw vaatwasser zit
niet in het stopcontact.
De vaatwasser is niet ingeschakeld.
Zekering doorgebrand.
De watertoevoerkraan is dicht.
De klep van uw vaatwasser staat
open.
De watertoevoerslang en
machinefilters zijn verstopt.
De waterafvoerslang is verstopt of
gedraaid.
De filters zijn verstopt.
Het programma is nog niet
afgelopen.
Stroomstoring.
Wtertoevoerstoring.
De sproeiarm raakt het vaatwerk in
de onderste korf.
U hebt de vaat verkeerd geplaatst
of het sproeiwater bereikt de vuile
vaat niet.
De vaat staat tegen elkaar aan.
Onvoldoende afwasmiddel gebruikt.
Verkeerd wasprogramma
geselecteerd.
De sproeiarm is verstopt met
voedselresten.
De filters of waterafvoerpomp zijn
verstopt of het filter is verkeerd
geplaatst.
NL - 27
PROBLEEMOPLOSSING
Steek de stekker van uw vaatwasser in het
stopcontact.
Schakel de vaatwasser in door op de knop
"Aan/Uit" te drukken.
Controleer uw zekeringen in huis.
Draai de kraan open.
Sluit de klep van de vaatwasser.
Controleer de watertoevoerslang en de
machinefilters en zorg ervoor dat deze niet
verstopt zijn.
Controleer de afvoerslang, maak deze dan
schoon of zorg dat deze niet meer verdraaid
is.
Maak de filters schoon.
Wacht tot het programma is afgelopen.
Controleer de netspanning.
Controleer e waterkraan.
Verplaats of verwijder voorwerpen die de
proeiarm blokkeren.
Maak de korven niet te vol.
Plaats de vaat volgens de instructies in
het hoofdstuk over het inruimen van de
vaatwasser.
Gebruik de juiste hoeveelheid afwasmiddel,
zoals aangegeven in de programmatabel.
Gebruik de informatie in de programmatabel
om het best geschikte programma te
kiezen.
Maak de gaten in de sproeiarmen schoon
met een dun voorwerp.
Controleer of de afvoerslang en de filters
correct zijn gemonteerd.