Reiniging en onderhoud
Voor aanvang van iedere onderhouds- en
reinigingsbeurt
Toestel uitschakelen
Wachten tot de zaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit
hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen
bedrijven.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde
veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct
aangebracht en gecontroleerd worden.
Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen
kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg
hebben.
Reiniging
Voor de optimale werking van de machine zijn de
volgende punten van belang:
Spuit het toestel niet schoon met water.
Verwijder zaagsel en stof uitsluitend met een borstel of
stofzuiger.
Alle bewegende delen regelmatig reinigen en oliën.
Nooit vet gebruiken!
Gebruik
bijv.
hydraulische olie of milieuvriendelijke sproei-olie.
Zorg ervoor dat de zaagband roest- en harsvrij blijft.
Verwijder hars resten van het zaagblad.
Harsresten kunnen worden verwijderd met een
gangbare onderhouds- en verzorgingsspray.
Behandel het oppervlak van de zaagtafel na het reinigen
met een glijmiddel.
De zaagband is onderhevig aan slijtage en wordt na
langdurig of regelmatig gebruik stomp.
Vervang in dat geval de zaagband.
Onderhoud
Zaagbandwissel
Kans op snijden! Draag handschoenen bij het
vervangen van de zaagband.
Gebruik alleen geschikte zaagbanden.
1.
Maak de vier zeskantschroeven aan de onderkant van
de aanslaglijst (26) los.
2. Neem de aanslaglijst (26) weg.
3.
Maak de beide deuren van de behuizing open (2 / 7).
4.
Breng de bovenste zaagbandbescherming (19)
helemaal omlaag.
5.
Breng de bovenste bandrol (17) omlaag
naaimachineolie,
dunvloeribare
draai het stelwiel (1) naar links, de zaagband komt los
6. Neem de zaagband weg.
7. Plaats een nieuwe zaagband.
Let op de juiste positie: de tanden moeten naar voren
(richting deur) wijzen.
8. Leg de zaagband in het midden op de bandrol (17).
9. Draai het stelwiel (1) naar rechts tot de zaagband niet meer
wegglijdt.
10. Bevestig de aanslaglijst en sluit de onderste deur van de
behuizing weer.
11. Aansluitend:
zaagband spannen (zie „Zaagbandspanning" pag. 91)
zaagband uitlijnen (zie „Hoek van de bovenste
bandzaagrol" pag. 92)
bandgeleiders uitlijnen (zie „Bovenste bandgeleider" en
„Onderste bandgeleider" pag. 94)
werking van de zaag minstens een minuut testen
zaag uitschakelen, stroomtoevoer onderbreken en
instellingen opnieuw controleren
Bovenste bandgeleider uitlijnen
De bovenste bandgeleider bestaat uit:
twee geleidingsrollen (deze geleiden de zaagband aan de
zijkant)
een steunrol (deze ondersteunt de zaagband van achteren)
Controleer de geleidingsrollen en steunrol na iedere
zaagbandwissel en zaagbanduitlijning en lijn ze
eventueel opnieuw uit.
De geleidingsrollen en steunrol zijn onderhevig aan
slijtage. Controleer ze regelmatig en vervang in geval
van slijtage alle rollen tegelijkertijd.
Geleidingsrollen instellen:
1.
Draai de schroeven (J) los.
2.
Verschuif
de
houder
geleidingsrollen (L) ca. 1 mm achter de tandkuil beginnen.
3.
Draai de schroeven (J) vast.
4.
Draai de schroeven (M) los.
5.
Druk de geleidingsrollen (L) tegen de zaagband.
6. Open de bovenste deur en draai de bandzaagrol enkele
malen met de hand naar rechts, zodat de geleidingsrollen
de juiste positie bereiken
beide geleidingsrollen moeten de zaagband licht
raken).
7.
Draai de schroeven (M) weer vast.
8.
Sluit de bovenste deur van de behuizing.
Steunrol instellen:
1.
Draai de schroeven (N) los.
2.
Druk de steunrol (O) tegen de zaagband, zodat hij de
zaagband licht raakt.
3.
Draai de schroeven (N) weer vast.
(K)
zodanig
dat
de
94