Bedieningsfunctie
(Hulpfunctie aangegeven
op het bedieningspaneel)
T-functie (1)*
T-functie (2)*
: Het lampje brandt.
*
Als het gereedschap linksom draait, draait het hetzelfde als in de functie 4 (maximaal), 3.800 min
OPMERKING: Als geen van de lampjes op het bedieningspaneel brandt, knijpt u de trekkerschakelaar eenmaal in
voordat u op de knop
OPMERKING: Alle lampjes op het bedieningspaneel gaan zijn wanneer het gereedschap is uitgeschakeld om
acculading te besparen. Het type bedieningsfunctie kan worden gecontroleerd door de trekkerschakelaar heel licht
in te knijpen zodat het gereedschap nog niet in werking treedt.
Snelfunctieschakelen
Mogelijkheden van snelfunctieschakelen
Met snelfunctieschakelen bespaart u de tijd voor het veranderen van de bedieningsfunctie van het gereedschap. U
kunt omschakelen naar uw gewenste bedieningsfunctie door alleen maar op de snelfunctieschakelknop te drukken.
Dit is handig bij het uitvoeren van repeterende werkzaamheden waarbij het nodig is om herhaaldelijk tussen twee
bedieningsfuncties om te schakelen.
VOORBEELD Als bij uw werkzaamheden de T-functie met maximale slagkracht wordt gebruikt, registreert u de
maximale slagkracht als de functie voor snelfunctieschakelen. Eenmaal geregistreerd, kunt u vanuit de T-functie
omschakelen naar de maximale slagkracht met één keer drukken op de snelfunctieschakelknop. Bovendien kunt u
terugkeren naar de T-functie door nogmaals op de snelfunctieschakelknop te drukken.
Zelfs als het gereedschap in een andere bedieningsfunctie dan de T-functie staat, zal door op de snelfunctiescha-
kelknop te drukken de bedieningsfunctie veranderen naar de maximale slagkracht. Het is handig om een bedie-
ningsfunctie te registreren die u veelvuldig gebruikt.
U kunt een van de volgende bedieningsfuncties kiezen voor snelfunctieschakelen:
Slagkracht
•
4 (maximaal)
•
3 (hard)
•
2 (gemiddeld)
•
1 (zacht)
Hulpfunctie
•
Houtfunctie
•
Boutfunctie
•
T-functie (1)
•
T-functie (2)
Maximaal aantal slagen
-
Deze functie helpt voorkomen dat de schroef te
(Het gereedschap stopt
strak wordt vastgedraaid. En maakt tevens snel
met draaien zodra de
werken en tegelijkertijd een goede afwerking moge-
slagwerking begint.)
lijk. Het gereedschap draait een schroef met hoog
toerental erin en stopt kort nadat de slagwerking
begint.
OPMERKING:
De timing waarmee het indraaien stopt is afhan-
kelijk van het type schroef en het materiaal
waarin wordt gedraaid. Test het indraaien voor-
dat u deze functie gebruikt.
-1
2.600 min
Deze functie helpt voorkomen dat de schroef breekt
of wordt gestript. En maakt tevens snel werken en
tegelijkertijd een goede afwerking mogelijk. Het
gereedschap draait een schroef met hoog toerental
erin en vertraagt het draaien wanneer de slagwer-
king van het gereedschap begint.
OPMERKING:
Laat de trekkerschakelaar los zodra het
indraaien stopt om te strak vastdraaien te
voorkomen.
drukt.
Werking
63 NEDERLANDS
Doel
Zelftappende schroeven
draaien in een dunne
metaalplaat met goede
afwerking.
Zelftappende schroeven
draaien in een dikke
metaalplaat met goede
afwerking.
-1
.