Lampfunctie
U kunt het gereedschap gebruiken als een handige
lamp.
Om de lamp in te schakelen, zet u de omkeerschake-
laar in de neutrale stand en knijpt u de trekkerschake-
laar in.
De lamp blijft branden gedurende ongeveer één uur.
Om de lamp uit te schakelen, knijpt u opnieuw de trek-
kerschakelaar in of drukt u op de omkeerschakelaar.
De helderheid veranderen
Om de helderheid te veranderen, drukt u op de knop
De helderheid kent drie niveaus. Elke keer wanneer u
op de knop
drukt, neemt de helderheid af. De helder-
heid keert na het laagste helderheidsniveau terug naar
het hoogste helderheidsniveau.
OPMERKING: U kunt de knop
houden om de drie helderheidsniveaus te doorlopen.
OPMERKING: Terwijl de lampfunctie is ingeschakeld,
kunt u de bedieningsfunctie niet veranderen. De
lampjes op het bedieningspaneel gaan niet branden
wanneer de lampfunctie is ingeschakeld.
OPMERKING: U kunt de lampstatus niet in-/uitscha-
kelen of de bedieningsfunctie veranderen terwijl de
lampfunctie is ingeschakeld.
OPMERKING: De lampfunctie werkt niet wanneer het
gereedschaps-/accubeveiligingssysteem is geacti-
veerd of als de acculading onvoldoende is.
De bedieningsfunctie veranderen
Wat is de bedieningsfunctie?
De bedieningsfunctie is het type aandrijfrotatie en
slagkracht die vooraf zijn ingesteld in het gereedschap.
Door een geschikte bedieningsfunctie te selecteren aan
de hand van de werkzaamheden, kunt u sneller werken
en/of mooier afwerken.
Dit gereedschap heeft de volgende bedieningsfuncties:
Slagkracht
•
4 (maximaal)
•
3 (hard)
•
2 (gemiddeld)
•
1 (zacht)
Hulpfunctie
•
Houtfunctie
•
Boutfunctie
•
T-functie (1)
•
T-functie (2)
De bedieningsfunctie kan worden veranderd met de
knop
, de knop
of de snelfunctieschakelknop.
► Fig.7: 1. Snelfunctieschakelknop
2. Knop
3. Knop
Door een bepaalde bedieningsfunctie in het gereed-
schap te registreren, kunt u omschakelen naar
de geregistreerde bedieningsfunctie door alleen
maar op de snelfunctieschakelknop te drukken
(snelfunctieschakelen).
.
continu ingedrukt
60 NEDERLANDS
OPMERKING: Als geen van de lampjes op het bedie-
ningspaneel brandt, knijpt u de trekkerschakelaar
eenmaal in voordat u op de snelfunctieschakelknop
drukt.
OPMERKING: U kunt de bedieningsfunctie niet ver-
anderen als u het gereedschap ongeveer één minuut
niet hebt bediend. Knijp in dat geval de trekkerscha-
kelaar eenmaal in en druk op de knop
de snelfunctieschakelknop.
OPMERKING: Raadpleeg "Een bedieningsfunctie
registreren" in het gedeelte "Snelfunctieschakelen"
voor informatie over het registreren van de
bedieningsfunctie.
Snelfunctieschakelknop
De werking van de snelfunctieschakelknop verschilt
afhankelijk van of een bedieningsfunctie in het gereed-
schap is geregistreerd.
► Fig.8: 1. Snelfunctieschakelknop
Wanneer geen bedieningsfunctie is
geregistreerd:
De slagkracht verandert elke keer wanneer u op de
snelfunctieschakelknop drukt. De lamp op de voorkant
knippert eenmaal wanneer de slagkracht verandert
doordat op de snelfunctieschakelknop is gedrukt.
Wanneer een bedieningsfunctie is
geregistreerd:
Het gereedschap schakelt om tussen de geregistreerde
bedieningsfunctie en de huidige bedieningsfunctie elke
keer wanneer u op de snelfunctieschakelknop drukt.
De lamp op de voorkant knippert eenmaal wanneer
de bedieningsfunctie wordt omgeschakeld door op de
snelfunctieschakelknop te drukken.
OPMERKING: Als de lampstatus uitgeschakeld is,
zal de lamp op de voorkant niet knipperen wanneer
de bedieningsfunctie wordt omgeschakeld door op de
snelfunctieschakelknop te drukken.
OPMERKING: Raadpleeg "Een bedieningsfunctie
registreren" in het gedeelte "Snelfunctieschakelen"
voor informatie over het registreren van de
bedieningsfunctie.
De snelfunctieschakelknop uitschakelen
U kunt de snelfunctieschakelknop ook uitschakelen.
Nadat de snelfunctieschakelknop is uitgeschakeld,
werkt deze niet meer voor het veranderen van de slag-
kracht en het omschakelen van de bedieningsfunctie.
Om de snelfunctieschakelknop uit te schakelen, houdt u
de snelfunctieschakelknop en de knop
ingedrukt totdat alle lampjes op het bedieningspaneel
knipperen.
Om de snelfunctieschakelknop weer in te schakelen,
voert u de bovenstaande procedure nogmaals uit.
OPMERKING: Registreren en wissen van een
bedieningsfunctie kan zelfs worden gedaan wanneer
de snelfunctieschakelknop is uitgeschakeld. Na het
registreren of wissen van de bedieningsfunctie wordt
de snelfunctieschakelknop ingeschakeld.
of
of op
tegelijkertijd