10.5.1 Aansluiting op een geaard stopcontact
1
1 Houder voor aansluitkabel
Materiële schade
De aansluitkabel mag niet in de holle ruimte tussen
de achterkant van het toestel en de montagewand
worden geschoven.
» Wikkel het teveel aan aansluitkabel op de kabel-
houder aan de achterzijde van het toestel op.
» Steek de netstekker van het toestel in een geschikt
geaard stopcontact.
10.5.2 Vaste aansluiting op een contactdoos
WAARSCHUWING elektrische schok
Bij een vaste aansluiting moet het toestel met een
afstand van ten minste 3 mm op alle polen van het
stroomnet kunnen worden losgekoppeld.
Materiële schade
◦ Kort de stroomkabel zo in dat hij direct naar de
toestelaansluitdoos loopt.
◦ Zorg er bij het inkorten van de stroomkabel voor
dat het toestel nog probleemloos van de monta-
gewand kan worden afgenomen.
» Kort de netaansluitkabel af door de stekker af te
snijden.
» Sluit de stroomkabel aan op een geschikte
toestelaansluitdoos.
11. Ingebruikname
Het toestel is bedrijfsklaar, als u het aan de montagewand
bevestigd heeft en het elektrisch aangesloten heeft.
» Verwijder de beschermfolie van de
bedieningseenheid.
12. Storingen verhelpen
De stroomkabel mag bij beschadiging of vervanging al-
leen worden vervangen door een origineel onderdeel en
door een installateur die daartoe door de fabrikant ge-
machtigd is.
13. Overdracht van het toestel
Leg aan de gebruiker uit hoe het toestel werkt. Schenk
daarbij vooral aandacht aan de veiligheidsaanwijzingen.
Geef de bedienings- en installatiehandleiding aan de
nieuwe gebruiker.
Installatie
33