WAARSCHUWING verbranding
Gebruik het toestel niet ...
◦ wanneer de afstand tot naastliggende voorwer-
pen of overige brandbare materialen kleiner is
dan de minimaal voorgeschreven afstand.
◦ in ruimtes waar door chemicaliën, stof, gassen
of dampen gevaar voor brand of explosies be-
staat. Ventileer de ruimte voldoende voordat
deze verwarmd wordt.
◦ In de onmiddellijke omgeving van leidingen of
containers met brandbare of explosieve stoffen.
◦ Wanneer een toestelmodule is beschadigd, het
toestel is gevallen of er reeds een storing is.
WAARSCHUWING verbranding
◦ Leg geen brandbare, ontvlambare of warm-
te-isolerende voorwerpen of stoffen op het
toestel of in de onmiddellijke omgeving van het
toestel.
◦ Let erop dat luchttoevoer en -afvoer niet geblok-
keerd worden.
◦ Steek geen voorwerpen tussen het toestel en de
wand.
WAARSCHUWING verbranding
Het toestel is niet geschikt voor gebruik als staand
toestel. Gebruik het toestel uitsluitend met de mee-
geleverde wandhouder (zie hoofdstuk "Installatie/
Montage").
VOORZICHTIG verbranding
Delen van het toestel kunnen zeer heet worden en
verbrandingen veroorzaken. Wanneer er kinderen en
hulpbehoevenden aanwezig zijn, is extra voorzich-
tigheid geboden.
WAARSCHUWING oververhitting
Dek het toestel niet af om oververhitting van het toe-
stel te vermijden.
Materiële schade
◦ Let erop dat de aansluitkabel niet tegen het toe-
stel ligt.
◦ Gebruik het toestel niet als trapje.
◦ Gebruik het toestel niet in de openlucht.
2.3 Keurmerk
Zie het typeplaatje op het toestel.
3. Toestelbeschrijving
Het toestel is een elektrisch convectieverwarmingstoestel
voor wandmontage.
Het toestel is bijv. geschikt als volledige verwarming of
als verwarming voor het tussenseizoen of aanvullende
verwarming in kleine ruimten.
De lucht in het toestel wordt door een verwarmingsele-
ment verwarmd en treedt via natuurlijke convectie aan
de bovenzijde door de luchtafvoer naar buiten. Door de
luchttoevoer aan de onderzijde van het toestel stroomt
koele lucht het toestel in.
Wanneer de ingestelde kamertemperatuur bereikt is,
wordt deze temperatuur aangehouden door herhaalde-
lijk op te warmen.
4. Bediening
1 Bedieningseenheid
2 Netschakelaar
4.1
Bedieningseenheid
De bediening gebeurt door middel van de bedieningseen-
heid, die zich rechtsboven in de voorzijde van het toestel
bevindt.
1 Display
2 Bedieningspaneel
4.1.1 Bedieningspaneel
Toets
Omschrijving
Beschrijving
Toets "Stand-
Bedieningseenheid inschakelen;
by"
bedieningseenheid en verwarmingstoe-
stel in stand-bywerking plaatsen
Toets "OK"
Selectie;
instellingen bevestigen
Toets "Menu"
Menu oproepen en sluiten
Toets "+"
Menuopties oproepen;
instellingen wijzigen
Toets "–"
Menuopties oproepen;
instellingen wijzigen
Bediening
1
2
1
2
27