BIJZONDERE INFO
BEDIENING
1.
Algemene aanwijzingen ............................................ 26
2.
Veiligheid .................................................................... 26
3.
Toestelbeschrijving ................................................... 27
4.
Bediening ................................................................... 27
5.
Instellingen ................................................................. 28
6.
Reiniging, verzorging en onderhoud ...................... 30
7.
Problemen verhelpen ................................................ 31
INSTALLATIE
8.
Veiligheid .................................................................... 31
9.
Toestelbeschrijving ................................................... 31
10.
Montage ...................................................................... 31
11.
Ingebruikname ........................................................... 33
12.
Storingen verhelpen .................................................. 33
13.
Overdracht van het toestel ....................................... 33
14.
Technische gegevens ...............................................34
GARANTIE
MILIEU EN RECYCLING
BIJZONDERE
INFO
◦ Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de
buurt van het toestel, wanneer er niet
voortdurend toezicht is.
◦ Het toestel kan door kinderen van 3 tot
7 jaar worden in- en uitgeschakeld, wan-
neer er toezicht op hen gehouden wordt,
of wanneer ze met betrekking tot het vei-
lige gebruik van het toestel geïnstrueerd
zijn en de gevaren die daaruit ontstaan,
begrepen hebben. Voorwaarde hiervoor
is dat het toestel gemonteerd is, zoals
beschreven. Kinderen van 3 tot 7 jaar
mogen de stekker niet in het stopcon-
tact steken en mogen het toestel niet
regelen.
◦ Het toestel kan door kinderen vanaf
8 jaar, alsmede door personen met fy-
sieke, zintuiglijke of geestelijke beper-
kingen of met een gebrek aan ervaring
en kennis gebruikt worden, wanneer er
toezicht op hen gehouden wordt, of wan-
neer ze met betrekking tot het veilige ge-
bruik van het toestel getraind zijn en de
gevaren die daaruit ontstaan, begrepen
hebben.
◦ Kinderen mogen niet met het toestel
spelen. Kinderen mogen zonder toezicht
het toestel niet reinigen noch gebruiker-
sonderhoudstaken uitvoeren.
◦ Delen van het toestel kunnen zeer heet
worden en verbrandingen veroorzaken.
Wanneer er kinderen en hulpbehoeven-
den aanwezig zijn, is extra voorzichtig-
heid geboden.
◦ Dek het toestel niet af om oververhitting
van het toestel te vermijden.
◦ Plaats het toestel niet direct onder een
stopcontact.
◦ Bij een vaste aansluiting moet het toestel
met een afstand van ten minste 3 mm op
alle polen van de netaansluiting kunnen
worden losgekoppeld.
◦ De stroomkabel mag bij beschadiging
of vervanging alleen worden vervangen
door een origineel onderdeel en door
een installateur die daartoe door de fa-
brikant gemachtigd is.
◦ Monteer het toestel zoals beschreven in
het hoofdstuk "Installatie/montage".
Inhoud - Bijzondere info
25