NL
moeren, bouten en schroeven na.
•
Controleer afdekkingen en bescher-
mingsinrichtingen (
op beschadigingen en correcte zitting.
Wissel deze eventueel uit.
Luchtfilter uitwisselen
Bedien het apparaat nooit zonder
luchtfilter. Stof en vuil geraken
anders in de motor en leiden tot
beschadigingen aan de machine
1. Trek de bougiestekker (
(zie „Bougie onderhouden").
2. Open de luchtfilterbox (8) en neem er
de luchtfilter (9) uit.
3. Reinig de luchtfilter (9) in een sopje en
laat hem drogen. Kneed enkele drup-
pels verse motorolie in de luchtfilter.
4. Vervang een defecte luchtfilter door
een nieuwe luchtfilter (zie „Vervang-
stukken/accessoires").
5. Voor de montage zet u de luchtfilter (9) in
de luchtfilterbox (8) en sluit die opnieuw.
Bougie wisselen /
instellen
Versleten bougies of een te grote
ontstekingsafstand leiden tot een
vermindering van het vermogen
van de motor.
1. Trek de bougiedop (11) af door gelijk-
tijdig aan de bougie te trekken en te
draaien..
2. Schroef de bougie (12) te gen de rich-
ting van de wijzers van de klok in uit.
3. Kijk de ontstekingsafstand met behulp
van een (in de gespecialiseerde handel
verkrijgbaar) voelkaliber na. De ontste-
kingsafstand moet 0,5-0,6 mm bedragen.
4. Stel de afstand eventueel in doordat u
72
2, 11, 13, 21)
11) eraf
de aardelektrode van de bougie voor-
zichtig buigt.
5. Reinig de bougie met een draadborstel.
6. Breng de gereinigde en ingestelde
bougie aan of vervang een bescha-
digde bougie door een nieuwe (aan-
bevolen aanzetmoment 20 Nm, met
draaimomentsleutel vastgesteld) (zie
„Reserveonderdelen").
Motorolie verversen
Vervang de motorolie als de ben-
zinetank leeg is en de motor warm
heeft.
• Ververs de motorolie voor de
eerste keer na ongeveer 5 be-
drijfsuren, daarna telkens na
50 bedrijfsuren of jaarlijks.
• Voer de oude olie op milieuvrien-
delijke wijze af (zie „Afvalverwij-
dering/milieubescherming").
1. Trek de bougiestekker af (
(zie „Bougie wisselen / instellen").
2. Open de dop van de olietank (
en pomp de motorolie af met een olie-
pomp.
3. Giet motorolie bij (zie „Ingebruikne-
ming").
Bowdenkabel instellen
Als de bowdenkabels zich verplaatsen en
te veel speling hebben, kunt u ze bijrege-
len.
1. Draai de kleine borgmoer (36) losser.
2. - Draai de instelmoer (37) tegen de
richting van de wijzers van de klok
in:
Bowdenkabel wordt korter.
11) ab
16)